Radio doc wordt opgevolgd door Docs, het eerste NPO-programma dat alleen als podcast te beluisteren is. De presentatie ervan is in handen van journalist en podcastmaker Misha Melita. ‘Genoeg is het nooit, net als met boeken.’

Misha Melita (1991) is journalist en maakte onder meer de podcast De val van Srebrenica. Vanaf deze week presenteert ze het eerste programma van de NPO dat uitsluitend als podcast wordt uitgebracht: Docs, de opvolger van Radio doc. Elke woensdagochtend zal op het podcastplatform van NPO 1 een nieuwe documentaire te horen zijn. 

Wat gaat u precies doen bij Docs?
Melita: ‘Ik beluister de podcast, schrijf daar een inleiding voor en spreek die in. Dat klinkt eenvoudig, maar toch vind ik het heel erg spannend. Zeker omdat Radio doc zo’n instituut is. Om die reden hebben mensen er ook wel moeite mee dat het een podcast wordt en dat begrijp ik wel. Voor sommige luisteraars is podcast helaas nog hoogdrempelig. Voor makers voelt het soms alsof het echter is als het op de radio is geweest. Je kunt het vergelijken met televisie en YouTube: televisie wordt toch hoger aangeslagen.’

Is dat terecht?
‘Nee, ik vind natuurlijk van niet. Het heeft gewoon met schaarste te maken. Op radio en televisie is de ruimte beperkt en het is onze reflex om dat dan eerder bijzonder te vinden, terwijl het over de kwaliteit niets hoeft te zeggen. En een groot voordeel is dat de documentaires niet meer binnen het stramien kort of lang hoeven te vallen. Dit betekent dat je het verhaal centraal kunt stellen. Sommige verhalen zijn geweldig, maar kunnen in twintig minuten worden verteld, terwijl andere uren kunnen boeien.’

 ‘Audio maakt dingen universeler omdat je er geen gezichten bij hebt’

Misha Melita

Hoe komt het dat de drempel bij podcast soms nog hoog is?
‘Dat heeft te maken met de mate waarin mensen zich thuis voelen bij bepaalde technologische mogelijkheden. Om te luisteren heb je een app nodig en je moet weten hoe je dingen downloadt. Ik denk dat het steeds beter wordt, maar ik heb ook vrienden die ik echt bij de hand moet nemen. Dan zit ik naast ze met een smartphone om uit te leggen hoe het werkt.’

Wanneer luistert u zelf naar podcasts?
‘Tijdens sporten en afwassen, op de fiets of als ik een blokje om loop. Het is ook perfect in forensentijd, maar die heb je tijdens een pandemie natuurlijk bijna niet. Ik luister ook voor het slapengaan, maar dan val ik wel snel in slaap. Iemand zei laatst iets wat ik wel herkende: je krijgt de neiging om elke lege minuut te vullen met een podcast, bijvoorbeeld als je even naar de supermarkt loopt. Sommige dingen verdienen het dat je er lekker voor gaat zitten, dat je ze iets meer als een kwaliteitsmedium consumeert.’

Waar komt de liefde voor het medium bij u vandaan?
‘Ik maakte op AmsterdamFM ooit een radioprogramma over wetenschap, op zondagochtend. We hadden geen idee hoeveel mensen er naar ons luisterden. Soms vroegen we luisteraars om te reageren, maar dat gebeurde nooit. Zo kregen we het gevoel dat we tegen een lege ether aan het kletsen waren. Daarom kwam iemand op het idee om de uitzending als podcast te publiceren, om het bereik te vergroten en bij te kunnen houden. Daar kregen we toen wél heel veel reacties op en je zit toch anders achter de microfoon als je weet dat 800 mensen terugluisteren.

Dit was in de tijd dat het eerste seizoen van Serial uitkwam en dat vond ik heel vet, ik zat aan mijn koptelefoon gekluisterd. Ik studeerde journalistiek in Leiden en wilde documentairemaker worden. Alleen was ik nooit tevreden met de beelden die ik maakte en ik dacht niet dat ik een radiodocumentaire zou kunnen maken. Ik schreef ook graag, dus werd ik “gewoon” journalist. De podcast was wat dat betreft een openbaring: zo kun je laagdrempelig documentaires maken in geluid. Het geeft een andere dimensie; je bent echt op een andere plek. Dus toen wist ik: dit wil ik ook doen.’

Wanneer maakte u uw eerste podcast?
‘Tijdens mijn studie, in het kader van een project over jeugdzorg heb ik mijn vader geïnterviewd. Hij hoorde altijd rare geluiden bij de buren. Die hadden een klein kind, maar dat hoorde hij nooit, hij hoorde alleen de buurvrouw altijd hard en boos schreeuwen. Dat vond hij zo eng dat hij de kinderbescherming heeft gebeld. Uiteindelijk heeft die een inval gedaan en daarna is het kind uit huis geplaatst. Mijn docent vertelde dat hij bijna moest huilen bij het luisteren. Dit is wat audio kan doen, besefte ik. Het maakt dingen universeler omdat je er geen gezichten bij hebt.’

U heeft ook het Podcastfestival opgericht.
‘Dat is ontstaan vanuit een Amsterdams podcastnetwerk waarmee we af en toe vergaderden in een café. We wilden een dag organiseren om dingen te leren en uit te wisselen, met workshops. Dat is toen volledig uit de hand gelopen, binnen een uur zat alles vol. Mensen kwamen uit Groningen en Friesland voor de Podcastmakersdag, zoals het toen nog heette. Later is dat het Podcast Festival geworden, waar we bijvoorbeeld een pitchwedstrijd houden voor makers.’

Hoe ziet de toekomst van het podcastlandschap er volgens u uit?
‘Ik denk dat we nog superveel ontwikkelingen zullen zien de komende jaren. Soms lijkt het wel of iedereen een podcast wil, dus er wordt veel geëxperimenteerd. Genoeg is het eigenlijk nooit, net als met boeken, daar zijn er ook nooit genoeg van. Er komen steeds meer pareltjes bij, maar evenals bij traditionele media is het aantal stemmen dat gehoord wordt beperkt. De mensen die vinden dat ze zelf een podcast moeten hebben, zijn vaak ook degenen die vinden dat ze een column moeten hebben en dat is best een homogene groep. Als je kijkt naar de podcast-top tien van Spotify zijn het vooral witte mannen. Je zou denken dat bij podcast andere wetten gelden dan bij traditionele media, omdat het zo laagdrempelig is, maar dat blijkt helaas niet zo te zijn. Dus het hoeft van mij niet zozeer méér te zijn, liever anders.’

meer podcasttips