Voor de podcast Het pad van de jaguar trok documentairemaker Mijke van Wijk door Midden-Amerika om de gevolgen van ontbossing te bekijken door de ogen van een jaguar.

Toen ik ruim twintig jaar geleden in m’n eentje aan het hiken was in een natuurpark in Costa Rica kwam ik een jaguar tegen. Ik nam een flauwe bocht en daar zat een grote zwarte kat. Rustig, onder een boom. Hij keek naar mij, ik keek naar hem. Niet wegrennen. Stil blijven staan, dan verliest hij zijn interesse. In mijn herinnering keken we minutenlang – in werkelijkheid waarschijnlijk maar twintig seconden – naar elkaar voordat de kat zich rustig omdraaide en wegliep.

In het beduimelde rode schrift waarin ik een soort dagboek bijhield, staat bij 12 april 2001: ‘6.30 aardbeving! Wat een ervaring!’ Een paar regels daaronder: ‘Jaguar.’ En in de kantlijn, onderstreept: ‘Freaky.’ Vlak daarvoor had ik mijn vaste baan als radiopresentator opgezegd om drie maanden in Costa Rica te gaan surfen. Ik was er nog geen week. Meer woorden heb ik in dat rode schrift niet aan de jaguar en de aardbeving vuilgemaakt.

Er komen twee geüniformeerde mannen met AK-47’s aan. Ik hoop dat ze mijn tas met apparatuur niet ontdekken

Veel later realiseerde ik me pas hoe bijzonder deze ontmoeting was, hoe klein de kans is dat je een jaguar in het wild ziet en hoe bepalend dit dier is voor dit ecosysteem. Het regenwoud, zijn habitat, kan verdwijnen als er geen jaguars meer rondlopen.

Een paar jaar geleden maakte ik samen met een collega een documentaire over ontbossing in de Braziliaanse Amazone voor het VPRO-programma Radiodoc. We volgden de Nederlandse criminoloog Tim Boekhout van Solinge, die inheemse gemeenschappen helpt illegale houtkap tegen te gaan. De documentaire won een prijs en het geld wilde ik gebruiken voor een reis om nog een documentaire te maken over ontbossing, maar dan vanuit het perspectief van een dier. Ik dacht aan de jaguar die ik meer dan twintig jaar geleden zag op dat pad in het bos.

Panthera

Ik besloot een deel te bereizen van de zogenoemde jaguarcorridor, die de leefgebieden van jaguars met elkaar verbindt – van Midden-Argentinië tot aan de Verenigde Staten. Regeringen en ngo’s doen, in elk geval op papier, hun best deze bosstrook ongemoeid te laten zodat de dieren kunnen migreren. De jaguar leeft solitair en heeft enorm veel ruimte nodig. Belize werd mijn startpunt. Dit land bestaat nog voor zo’n zestig procent uit regenwoud en kent de grootste jaguarpopulatie ter wereld. Van daaruit wilde ik door Midden-Amerika zuidwaarts trekken, langs de jaguarcorridor en dan naar de plek in Costa Rica gaan waar ik ‘mijn’ jaguar zag.

Vanuit het vliegtuig is goed te zien hoe ruig Belize is: beneden strekt de dichte jungle zich uit, doorsneden door rivieren. Ergens in dat onafzienbare groen ligt Cockscomb Basin Wildlife Sanctuary, het enige jaguarreservaat ter wereld, met een geschatte populatie van tachtig tot honderd van deze grote katten. Het beschermde gebied bestaat uit een kleine 400 vierkante kilometer tropisch bos dat grotendeels ondoordringbaar is voor mensen. Hoe kom je erachter of daar inderdaad honderd jaguars rondlopen? Onderzoekers en ngo’s bevestigden wildcamera’s aan bomen die reageren op beweging. Als een jaguar langsloopt, wordt hij gefotografeerd. Door over een langere periode data te verzamelen krijgen ze een idee van de grootte van de populatie.

Panthera is een van de ngo’s die zich hiermee bezighoudt. Bij de afdeling in Belize werken vijf mensen en eens per maand gaan ze alle stations langs om de camera’s te controleren en de data op te halen. Ik ga een paar dagen mee op veldwerk. Mijn opnameapparaat met twee microfoons kan ik met één hand vasthouden. We proberen met een gebutste zwarte pick-uptruck zo dicht mogelijk in de buurt van de stations te komen. Als we niet verder kunnen vervolgen we de tocht te voet. Soms betekent dit urenlang door de jungle lopen, terwijl een gids de weg vrijmaakt met een machete. Het is zwaar werk.

Toevalstreffer

Op de eerste dag word ik al geconfronteerd met een van de grote bedreigingen voor het regenwoud en de jaguar: de drugsindustrie. Vanuit hoofdstad Belmopan rijden we een flink stuk in zuidelijke richting en onderweg stoppen we bij een aantal locaties om camera’s op te halen of nieuwe op te hangen. Bij de laatste stop geeft Emma Sanchez, bioloog en leidinggevende bij Panthera, aan dat ik mijn recorder uit moet zetten. We zijn bij een resort in de buurt van Cockscomb. Sanchez zegt tegen de bewakers voor de ingang dat we camera’s komen ophalen en vraagt toestemming om het terrein op te gaan.

In het regenwoud worden drugs geproduceerd zonder dat iemand het ziet. Wat er gebeurt als een jaguar in de weg loopt, laat zich raden

Nadat we lang gewacht hebben, rijden twee geüniformeerde mannen met AK-47’s onze kant op. Ik hoop dat ze mijn tas met apparatuur niet ontdekken. Als de mannen vervolgens in de achterbak zijn gestapt mogen we doorrijden. ‘Zie je hoe breed en egaal deze weg is?’ vraagt Sanchez. ‘En die rechte rij bomen aan de zijkant om de weg te markeren? Zo kan het prima dienstdoen als landingsbaan.’ We stoppen bij een luxe huisje, waar twee Pantheramedewerkers met de gewapende mannen het terrein op lopen. Ze komen terug met de camera’s. De hond van de resorteigenaar, een drugsbaron, was opgegeten door een jaguar – hij had het dier zelf gezien met de hond in zijn bek. Hij wilde weten hoeveel jaguars er rondliepen op zijn resort – omdat hij zich zorgen maakte om zijn gasten en de overige honden – en vroeg Panthera camera's op te hangen. Op de foto’s is echter geen enkele jaguar te zien. Kennelijk was het een toevalstreffer.

Pekari’s

Eerder die dag stopten we ook bij een pretpark waarachter een gigantisch stuk regenwoud ligt dat eveneens in handen is van een drugsbaas, de bekendste van Belize. Panthera wil dit gebied graag monitoren en de don heeft toestemming gegeven. Later, als ik door buurland Guatemala reis, zal ik het vaker horen: narco’s kopen stukjes regenwoud op om hun territorium uit te breiden. In het woud kunnen drugs worden geproduceerd en vervoerd zonder dat iemand het ziet. Wat er gebeurt met een jaguar die in de weg loopt laat zich raden.

Bij de eerste verkeershobbel die je tegenkomt als je El Naranjo – een dorpje in het noorden van Guatemala – binnenrijdt heb ik afgesproken met Cruz Sanchez, een kleine veeboer. Hij flitst met de lampen van zijn oude truck als ik uit mijn microbus stap. Zijn rechterhand en -pols zijn ooit ernstig verbrand en zitten in het verband. Omdat hij er maar weinig kracht mee kan zetten, gebruikt hij ook zijn linkerhand als hij moet schakelen. Na vijf kilometer onverharde weg stopt de truck bij zijn boerderij. Cruz Sanchez heeft 25 koeien en verbouwt groente en fruit, waarmee hij zijn familie en de dieren voedt.

Nu bossen en regenwouden steeds kleiner worden, is het voor jaguars moeilijker om aan voedsel te komen. Ze jagen onder meer op herten en pekari’s, een soort wilde zwijnen. Regelmatig wordt bos gekapt om landbouwgrond te creëren of ruimte te maken voor vee. Hierdoor liggen de enorme boerderijen in Guatemala vaak tegen de rand van het regenwoud aan, wat weer voor een ander probleem zorgt: koeien en schapen van boeren worden opgegeten door hongerige jaguars.

Paraplusoort

Ook Cruz Sanchez had jarenlang last van jaguars die het op zijn vee hadden gemunt, maar nu heeft hij – met hulp van internationale organisaties – een stal laten bouwen waar zijn koeien ’s nachts veilig staan. Zijn terrein is afgerasterd met prikkeldraad zodat de grote katten niet meer op zijn land kunnen komen. Jaguars zijn mijn vrienden, zegt hij. Op zijn T-shirt staat een jaguarkop en hij heeft zelfs zijn boerderij naar het dier vernoemd. Waarom vindt hij zo belangrijk om de jaguar te beschermen? ‘Het is de grootste kat van Latijns-Amerika! Het is zo’n mooi beest... Als er geen jaguars meer zijn, krijgen knaagdieren de overhand in het bos. Die eten planten en struiken op, daardoor verdwijnen insectensoorten en stort het ecosysteem uiteindelijk in.’

De jaguar is een zogenoemde paraplusoort: als dit dier wordt beschermd, zijn de andere soorten in hetzelfde ecosysteem ook veilig. ‘Als je een jaguar doodschiet en het wordt ontdekt, ga je voor tien jaar de gevangenis in. Dat laten de boeren nu dus wel uit hun hoofd,’ zegt Cruz Sanchez. Hij is met zijn 25 koeien een kleine boer, maar als je door dit gebied rijdt zie je ook enorme ranches, waar honderden magere koeien in een kaal landschap staan. ‘De grote ranchero’s bekommeren zich niet om het bos. En ook niet om jaguars,’ vertelt hij.

Als we een paar uur later bij een halte op mijn bus terug wachten, vraag ik hem wat hij als de grootste bedreiging voor de jaguar ziet. Zijn gezicht betrekt en hij zegt: ‘Dat ze worden doodgeschoten.’ Hij maakt een schietgebaar in de lucht. Huh, maar hij beweerde toch net dat dit niet meer gebeurde? ‘Wel. Siempre. Altijd.’

De narco, de stroper, de boer – ze hebben elk hun eigen redenen om jaguars te doden of de bomen in hun leefgebied te kappen. Onderweg kom ik ook mensen tegen die zich inzetten voor de soort, zoals de medewerkers van Panthera, de inheemse gemeenschappen die diep in het oerwoud leven en Mayapriester Luis, voor wie de jaguar heilig is. Maar zal het dier er uiteindelijk in slagen om te overleven in dit krachtenveld? En zo niet: wat zou dit dan voor ons betekenen, ver weg in Nederland?

Het pad van de jaguar

De podcast Het pad van de jaguar is vanaf woensdag 7 september te beluisteren via 2doc.nl/docs en via de bekende podcastapps.

Podcast nieuwsbrief

Abonneer je op de nieuwsbrief van de VPRO Podcastgids en ontvang elke week de beste tips in je mailbox. Podcast-expert Elja Looijestijn bespreekt wekelijks een podcastparel en geeft actuele tips. Daarnaast vist ze een tijdloze titel uit het archief, die je misschien gemist hebt.

meer podcasttips