Op een aprilavond in 2005 spreekt Tariq Ramadan een overvol WTC-gebouw in Rotterdam toe. Het is het laatste islamdebat, waarvan de gemeente Rotterdam er in drie jaar tijd twaalf organiseerde. Deze discussies tussen islamitische en andersgelovige Rotterdammers moeten een brug slaan tussen de islam en het Westen en een betere integratie van Rotterdamse moslims bewerkstelligen. Vanavond verzorgt Ramadan, een Zwitserse theoloog met Egyptische wortels, op uitnodiging van Leefbaar Rotterdam het slotwoord. Zijn boodschap is duidelijk: je kunt als gelovige moslim ook een Europees burger zijn, die twee dingen sluiten elkaar niet uit. De islamitische Rotterdammer hoort zich, los van het conservatieve Midden-Oosten, tot een volwaardige westerse moslim te ontwikkelen. Net zoals Ramadan dit zelf ook heeft gedaan.
‘Hij maakte een verpletterende indruk,’ zegt Nelleke van Zessen, een van de sprekers in podcastserie De zaak Ramadan (Human). ‘Hij had een bepaald charisma waarmee hij de hele zaal bespeelde. Al hij sprak werd hij steeds groter, dominanter en feller. Na afloop stonden de mensen voor hem in de rij. Maar als ik thuis terugkeek wat er in die debatten gebeurd was, dacht ik: wat heeft hij nou eigenlijk gezegd?’
Van Zessen, religiewetenschapper aan de Vrije Universiteit, volgde Ramadan in de jaren nul op de voet. ‘In 2006 kwam wethouder Orhan Kaya van GroenLinks op een zondagochtend bij mij op de koffie. Onze partners waren bevriend,’ vertelt ze. ‘Kaya had toen de portefeuille Participatie en Cultuur, en hij vertelde dat hij Ramadan naar Rotterdam zou halen. Hij wilde een ander geluid laten horen, zei hij, een beetje prikkelen. Ik was direct geïnteresseerd.’