Ze besloot de conservatoren en de samenstellers op de hoogte te brengen. Met als resultaat dat de bewuste brief nu in een van de vitrines van het museum ligt. ‘Ik voelde de drang, het vuur, om dit te vertellen. Mijn lichaam kwam in opstand. Ik wilde een stem geven aan de pijn en het verdriet van mijn grootvader en mijn vader. Mijn vader vertelde dat opa Hans de oorlog mee naar huis had genomen. Wat hij daar zelf van heeft meegekregen, wist ik niet precies, wel dat het hem heeft beschadigd. Maar mijn vader wilde koste wat kost voorkomen dat hij er op zijn beurt zijn kinderen mee zou belasten. Toch denk ik dat hij desondanks iets heeft doorgegeven van zijn eigen trauma. Niet expliciet maar subtiel, in gevoel en sfeer. Nu ik de geschiedenis ken, begrijp ik hoe zwaar hij het heeft gehad. Pas nu kan ik er met hem over praten en hem de juiste vragen stellen.’
Volgens Van Santen is het zwijgen over de oorlog grotendeels terug te voeren op pijn, onbegrip en schaamte. Met de tentoonstelling en met haar bijdrage daaraan hoopt ze die gevoelens te doorbreken. ‘Dat persoonlijke leed mag je niet blijven wegstoppen. Door dit verhaal te delen, hoop ik bij te dragen aan de heling van wonden die in het verleden zijn ontstaan. Want je kunt dat verleden pas verwerken als je ook de minder mooie dingen omarmt.’
Dit zegt Van Santen niet alleen omdat haar familie betrokken was bij de onafhankelijkheidsstrijd, het geldt voor de hele samenleving. ‘Het gaat om verhalen die nu echt naar buiten moeten worden gebracht. Daarmee doen we recht aan de geschiedenis.’
Marjolijn van Heemstra, die al bijna twintig jaar goed bevriend is met Van Santen, maakte samen met haar de podcast Als de geschiedenis in je opstaat, waarin ze proberen uit te zoeken hoe het verleden fysiek kan doorwerken in het heden. Ze spreken een psychiater, doen een therapeutische familieopstelling en gaan te rade bij een hoogleraar postkoloniale literatuur.