Een geleedpotige van vier kilo, dat kan dus. Het grootste ongewervelde landdier ter wereld is pas op z'n 120ste jaar uitgegroeid en verruilt al die tijd elk jaar zijn pantser voor een nieuw exemplaar. Het oude eet hij daarna op, want weggooien zou zonde zijn.
Eigenlijk is het geen krab, maar een kreeft. Een soort heremietkreeft, je weet wel: van die beestjes die in lege slakkenhuisjes wonen. Dat doet deze versie ook, maar alleen in zijn vroege jeugd. Later wordt hij een echte landbewoner, die verdrinkt als hij onder water terechtkomt.
Kokoskrabben lusten best ander voedsel, zoals fruit, aas en kleine dieren: kittens bijvoorbeeld. Maar het liefst verorberen ze heel vreedzaam een kokosnoot. Hoe opent zo'n beest die? Dat, en meer wetenswaardigs, zie je in Wired's Absurd Creature of the Week.