Heb je wel eens goed naar een rups gekeken? Dan weet je dat zo'n babyvlinder zes echte pootjes heeft, vlak achter z'n kop, en nog een stuk of tien vlezige schijnpoten verderop aan z'n lange lijf. Maar als je in een tropisch regenwoud een rupsachtig wezen tegenkomt met alleen maar van die schijnpoten, dan zal daar nooit een vlinder uitkomen. In dat geval heb je de eer een fluweelworm te ontmoeten, een levensvorm die al een half miljard jaar min of meer ongewijzigd de planeet onveilig maakt. Niet voor mensen, maar even een waarschuwing: wees geen insect als je een fluweelworm treft.
Want zo'n worm is een wandelend slijmkanon. Voordat je dat gaat zien, nog een paar fijne weetjes: bij sommige soorten fluweelwormen komen de eitjes in het lijf uit en worden de jongen nog een tijdje gevoed met placenta-achtig weefsel van de moeder. Met fluweelwormen is veel geschoven in de evolutionaire stamboom, en nu hebben ze een plekje dat het dichtst bij beerdiertjes en geleedpotigen staat, maar het blijven vreemde eenden in de bijt. Voortplanten gaat via spermapakketjes die meneer ergens op mevrouw plakt, waarna de huid plaatselijk oplost en de zaadcellen zelf de eicellen opzoeken. Fascinerend. Maar het haalt het niet bij de jacht, kijk maar.