Vogelmannetjes doen rare dingen om op te vallen bij het andere geslacht. Enorme aanhangsels meetorsen, bizarre bouwsels creëren, wonderlijke dansjes doen, en geniale geluiden voortbrengen natuurlijk. De meesten gebruiken daar hun keel voor, maar er zijn ook soorten die een andere manier hebben gevonden. Zoals de stompveermanakin, een klein zangvogeltje dat onder meer in Ecuador leeft. Naaste familie van een vogeltje dat als geen ander de moonwalk beheerst – maar dat terzijde.
Zingen is niet zijn grote troef, nee, hij moet het van zijn trillende vleugels hebben. Meer dan honderd keer per seconde laat hij speciale veren langs elkaar glijden. Dat vergt stevige vleugels, daarom heeft hij daarin geen holle beenderen, zoals de meeste vogels, maar massief bot. Vliegt wat lastiger, maar dat is het waard, luister en kijk maar. Origineel geluid, toch?