De afzichtelijke tanden van dit bijzondere zwijn deinzen nergens voor terug.
We delen de planeet met zo'n twee miljard varkens, maar niet eerlijk, want ze zitten voor het overgrote deel onzichtbaar opgeborgen in schuren. En dan zijn er nog kleine plukjes wilde varkens hier en daar. Twintig soorten ongeveer, zoals het reuzenboszwijn, het penseelzwijn en allerlei soorten wrattenzwijnen. Plus een groepje nog vreemdere snuiters: de babiroessa's. Ze komen op enkele Indonesische eilanden voor en hun naam betekent zwijn-hert.
Hebben de heren dan een gewei? Nee, maar dat lijkt wel zo. De hoektanden van hun bovenkaak groeien de verkeerde kant op, dwars door hun snuit heen. En dan in een sierlijke krul naar achteren, soms zelfs de schedel in, wat dodelijk schijnt te kunnen uitpakken. Daar maalt de evolutie niet om. Kennelijk is het toch voordelig om zulke ontspoorde tanden te hebben. Waarom? Het heeft ongetwijfeld iets met de strijd om de vrouwen te maken, maar bij het vechten komen ze niet van pas, kijk maar.