Noem eens een eierleggend zoogdier met stekels en een penis die uit een horrorshow lijkt te komen?
Natuurlijk, de mierenegel. Nou ja, eigenlijk zijn er vier soorten: drie met een lange snuit, die alleen op Nieuw-Guinea voorkomen, en één met een wat compacter gezicht en Australië als woongebied. Allevier zijn ze heel verre verwanten van het enige andere eierleggende zoogdier: het vogelbekdier. Ze horen niet bij de buideldieren, maar mierenegels hebben wel degelijk een buidel. Tenminste, tijdelijk.
Een gelegd eitje gaat direct in de buidel en komt na tien dagen uit. Dan volgen zes maanden van melk likken van moeders buik, want tepels, daar doen mierenegels niet aan. Als de stekels verschijnen, moet kindlief uit de buidel, die vervolgens verdwijnt. Maar laten we het even over de tijd voor dat eierleggen hebben. Mierenegelvrouwtjes wedden niet op één paard als het om voortplanting gaat en laten zich vaak wel door een stuk of tien mannetjes dekken. Daarvan kan er maar een het eitje bevruchten. Die heftige concurrentiestrijd heeft tot interessante aanpassingen geleid bij het sperma en de penis van dit dier. Kijk maar even of je het filmpje aankunt. Niet? Dan maar babymierenegels.