Bij een haai stel je je waarschijnlijk een blits blauw beest voor, een snelle zwemmer met grote tanden. Maar er bestaan heel andere types. Bijvoorbeeld de familie der wobbegongs oftewel tapijthaaien. Die zijn heel plat en liggen bijna altijd op de bodem te wachten tot een lekker hapje zich in de buurt van hun bek waagt.
De wonderlijkste heet de franjewobbegong. Hij maakt de ondiepe zeeën van Indonesië onveilig voor kleine vissen, en ook wel een beetje voor onvoorzichtige mensen. Je moet niet op hem gaan staan. Maar ja, zie dat maar eens te voorkomen met zulke geweldige camouflage. De haai vangt zijn prooi door hem naar binnen te zuigen. In onderstaande video zie je hoe dat gaat.
Het deed mij erg denken aan de Japanse reuzensalamander. Net zo'n plat beest met een brede bek, ongeveer even groot, nagenoeg onzichtbaar, dezelfde slurpende jaagmethode. Maar dat terzijde.