Waarschijnlijk kijk je een beetje neer op eencelligen, of zelfs dat niet eens: je negeert ze volkomen. Ze verdienen echter beter. Neem het zwanenhalsdiertje. Een venijnige rover die zoetwateromgevingen onveilig maakt voor pantoffeldiertjes, amoeben en andere rondscharrelende wezentjes. Met z'n lange, flexibele hals tast hij de omgeving af op zoek naar lekkers. En dat ziet er veel, tja, levender en bewuster uit dan je waarschijnlijk verwacht van een enkele cel.
Je moet niet denken dat het een simpel diertje is, trouwens. Ja, één cel dus, maar wel een zeer complexe, met twee grote celkernen en een kleine, allerlei haren om razendsnel mee te zwemmen, en dus een soort hoofdje op een nek wel acht keer zo lang als z'n lichaam kan worden, maar dat bij tijd en wijle ook volledig verdwijnt. Wat gebeurt er als zo'n zwanenhalsdiertje een prooi grijpt? Kijk zelf maar.