De saiga is een grote grazer die op de vlaktes van Centraal-Azië rondloopt. Met een slurfachtige snuit die vol luchtkamers zit, waarschijnlijk om de lucht te zuiveren van stof voordat hij de longen in gaat. De soort was na de instorting van de Sovjet-Unie bijna uitgestorven, maar drie jaar geleden waren er weer zo'n 300.000 dieren. Een groot succes voor natuurbeschermers.
Maar toen sloeg het noodlot toe. Ineens vielen de saiga's bij bosjes dood neer, en niemand wist waarom. Binnen drie weken was er in een gebied dat vier keer zo groot is als Nederland geen levende saiga meer te bekennen, maar wel 200.000 dode. Tweederde van alle saiga's op aarde was gestorven. Wat deed ze de das om? Een infectieziekte kon het bijna niet zijn, gif was ook onwaarschijnlijk. Onderzoeker Richard Kock was erbij toen het gebeurde en weet na drie jaar speurwerk het antwoord: het kwam door een doorgaans onschuldige bacterie. Maar ook een beetje door jou, lezer. In The Atlantic lees je hoe het zit.