Vijftien centimeter lange sprinkhanen, ze zijn niet erg bekend, maar ze bestaan wel. In dit lijstje van tien grootste sprinkhanen ontbreken ze, gek genoeg. Misschien omdat alle leden van de superfamilie Proscopioidea meesters zijn in camouflage. Ze lijken op takjes. Takjes met bijzonder bolle ogen in een gezicht dat zo langgerekt is, dat je moeite moet doen om te snappen hoe het in elkaar zit. Er zijn tientallen soorten van, of misschien honderden, want er is vast nog veel onontdekt aan deze Zuid-Amerikaanse insectengroep.
Ze lijken natuurlijk op wandelende takken, maar zijn iets heel anders. Dit zijn echt sprinkhanen, met de bijbehorende krachtige achterpoten. Minder sterk verwant aan wandelende takken dan jij aan je hamster. In een korte video van wijlen Andreas Kay, een begenadigd insectenfotograaf, zie je zo'n springende tak van heel dichtbij. En mocht je je afvragen of zo'n beestje met maar één achterpoot ook nog kan springen, dan tik je hier.