Olifanten hebben het heel lang prima voor elkaar gehad. Zo groot en sterk dat ze weinig vijanden hadden, enorm intelligent én natuurlijk uitgerust met een geweldige evolutionaire handigheid: de slurf. Ze kwamen vrijwel overal voor, in allerlei soorten. Nu zijn er nog maar drie. Kun je ze opnoemen?
Dikke kans dat je de Afrikaanse bosolifant niet noemt. De minst bekende soort, de schattigste en ook de zeldzaamste. Steeds zeldzamer, want stropers zijn dol op het extra harde ivoor uit de slagtanden. Dat is zuur voor het hele regenwoud in Centraal-Afrika, want deze vriendelijke fruiteters zijn onmisbare verspreiders van zaden voor heel veel soorten bomen. Geen prettig idee om lang bij stil te staan. Het is veel leuker om naar een brutale olifantenkleuter te kijken die zijn moeders aanwijzingen negeert.