Om de een of andere reden zocht ik deze week op welk dier bij de hoogste temperatuur kan leven. Er zijn woestijndieren die extreme hitte verdragen, maar de onbetwiste winnaar woont diep in zee, waar kokend water vol zwavel en zware metalen uit de bodem spuit. De Pompeiiworm heet hij, een borstelig dinges van zo'n 13 centimeter lang met een feestelijke bos kieuwen op zijn kop. De wormen leven met z'n allen dicht op elkaar, ieder in zijn eigen koker.
Hun staart hangt in water dat tot 80 graden Celsius kan zijn, hun 'vacht' is bedekt met bacteriën die energie uit de chemicaliën om hen heen halen en hun kop zorgt voor ademhaling en waarschijnlijk ook afkoeling, want dat kleine stukje verder van de hete bron is het al een stuk minder warm. Maar toch, 80 graden! Niet de aantrekkelijkste plek, zou je zeggen. Voor deze wormen is het een luilekkerland. Wat ze dan eten? Vermoedelijk zorgen de bacteriën op hun lijf voor voedingsstoffen, en eten de wormen dus feitelijk nooit.
Enfin, er is nog veel onbekend, want lastig te bestuderen. Wat is er wel bekend? Dat hoor je in de video.