Het vreemdste aan de Ecuador-parasolvogel is misschien wel z'n naam. Want hoe krijgt de bedenker het voor elkaar om het meest opvallende kenmerk van dit beest onbenoemd te laten? De Engelse naamgever heeft beter opgelet, die noemde hem long-wattled umbrella bird. En terecht, want deze wonderlijke bewoner van Zuid-Amerikaanse bergbossen heeft inderdaad een heel lange, eh, dit moest ik even opzoeken, een heel lange lel. Twee keer zo lang als z'n lijf, als hij zijn best doet.
Waar is dat goed voor, vraag je je misschien af. Het antwoord is, zoals zo vaak bij bizarre uitwassen in de dierenwereld: om indruk te maken op de vrouwtjes. Een kekke kuif op de kop was kennelijk niet genoeg, er moest nog een zinloze lel bij, met veren die overeind gezet kunnen worden. En als zoiets eenmaal bij een soort is ingeburgerd, kun je daar als vrouw niet omheen. Kies je een man met een lullig lelletje, dan laten de dames je kortgelelde zoons straks links liggen.
Dus groter is beter, mits de lel niet zo'n last wordt dat de drager een te makkelijke prooi wordt voor roofdieren. Wat meteen een garantie inhoudt: een drager van een grote lel die nog leeft, is kennelijk in topconditie. Maar goed, je komt niet voor een lesje evolutieleer, je wilt natuurlijk een actiefilm zien van zo'n vogel die in de weer is met z'n grote lel. Komt in orde.