De Chinese versie is net uitgestorven, maar in sommige grote rivieren leven nog dolfijnen die speciaal zijn aangepast aan het leven in troebel, zoet water. In Zuid-Amerika is dat de Orinocodolfijn, een dier met een lange snuit, een bol voorhoofd en een nek waarin de wervels los van elkaar zweven, zodat hij z'n kop in een scherpe hoek kan draaien. Dat is een raar gezicht, zie onderstaande video. Al miljoenen jaren jagen deze dolfijnen op vis in troebel water. Aan ogen heb je dan niet veel. Die zijn dus heel klein geworden.
Vissen vangen doen de dolfijnen vooral op gehoor, met echolocatie. Net als een vleermuis zenden de waterzoogdieren klikgeluidjes uit en vangen de weerkaatsing daarvan op. Die rare bult op hun voorhoofd is een soort lens, die helpt het geluid te richten. Hoe klinkt zo'n beest? Ook dat hoor je in het filmpje van National Geographic.