Door zijn enorme neus en zijn vreemde bouw heb je misschien niet meteen door dat een eland een soort hert is. Veruit de grootste soort, met een gewicht tot 800 kilo en een schofthoogte van maximaal 2.20 meter. Dat is ongeveer even groot als het uitgestorven reuzenhert. De eland - ik betrap mezelf op de neiging er 'het eland' van te maken, maar dat is fout - is er nog wel, in het noorden van zowel in Europa als Amerika. Waarschijnlijk leefde het dier tot zo'n duizend jaar geleden ook in Nederland.
Elanden zijn helemaal aangepast aan kou: hun grootte in combinatie met een dikke wintervacht houdt ze warm, een enorme neus zorgt dat lucht goed verwarmd de longen in stroomt, en lange poten zijn geschikt om door een dikke laag sneeuw te stappen. Maar ook handig in moerassen. Bovendien zorgen ze dat de eland bij zijn eten kan: 's winters zijn dat vooral twijgen van bomen. Maar goed, je moet even zien hoe moeiteloos een eland door een dikke sneeuwlaag rent waar mensen centimeter voor centimeter doorheen moeten ploegen.