Je leest dit artikel gratis. Wil je meer van de VPRO Gids? Neem een abonnement. Nu 12 weken voor slechts 10 euro. Ik wil meer lezen →
Voor de leeuwen
Hoe is het tegenwoordig om leraar te zijn? Voor de zesdelige serie 100 dagen voor de klas gingen Tim den Besten en Nicolaas Veul aan de slag op ISG Arcus in Lelystad. ‘Wel bitchen op alle regels en grenzen.’
Nicolaas Veul: ‘Heel vaak is televisie natuurlijk dat je er even snel in gaat, wat verhalen haalt en weer vertrekt met je ploeg.’
NV: ‘Nee geen eerste selectie. Meer voor jezelf, al krijg je wel een advies. En als je denkt: dit is wat voor mij, ga je als zij-instromer ook al snel aan de slag in het onderwijs. Tegelijkertijd studeer je. Dus we dachten: dan is het voor ons ook mogelijk.’
TdB: ‘Dat is ook zo grappig. Veel vrienden zeiden: dat ga je niet volhouden. Maar die spanning zat er nul in. Sterker nog, we konden niet eens drie minuten te laat komen. Stoppen behoorde niet tot de mogelijkheden.’
TdB: ‘Ik dacht dat het wel iets voor mij zou zijn. Over het algemeen vind ik kinderen en jongeren leuk en ik kan ook wel een praatje houden. Ik presenteer en ik dacht dat je een soort presentator van een klas zou zijn. En dáár heeft het natuurlijk níks mee te maken. Nu vind ik dat heel dom, maar daar heb ik me eerst een beetje op verkeken. Ik dacht: ik ga daar staan, zeg hallo en goedemorgen en vertel een leuk verhaal.’
TdB: ‘Wat dat betreft besefte ik niet goed wat het betekent om leraar te zijn.’
TdB: ‘Voor zover dat ging. Aan 2 en 4 vmbo.’
TdB: ‘In de zomer hebben we allebei een cursus gevolgd. Nicolaas een tiendaagse, maar ik was toen op vakantie en kon dus niet.’
TdB: ‘Het was mijn enige vakantie in twee jaar en die stond al heel lang. Een huwelijksreis van een vriend, waar we met een hele groep…’
TdB: ‘Toen hebben ze voor mij een andere cursus gevonden. Zin in lesgeven, die is bedoeld om te kijken of het wat voor je is. Dat is geen lesje in lesgeven.’
NV: ‘We waren ook niet echt bezig met het maken van een televisieprogramma.’
Beiden: ‘Jawel, zeker.’
TdB: ‘Bjorn, mijn begeleider, zei ook dat dat niet alleen gebeurde omdat we nieuw en van de televisie zijn, maar ook omdat we tijdelijke leerkrachten zijn. We blijven niet en dat is ook een reden om ons uit te proberen. Er zijn trouwens wel duizend redenen om dat te doen en dat hebben ze ook zeker gedaan. Constant je autoriteit ondermijnen. Je laat een kruimel vallen en ze proberen er een taart van te maken.’
TdB: ‘Nee hoor. Ik sta aan de kant van de leerlingen, absoluut. Ik heb de neiging om overal maar een grapje van te maken. Zo’n lesuur is eigenlijk een elastiek dat je oprekt en als je het loslaat ben je je hele les kwijt. Dat kan iemand je vertellen, maar dan snap je het nog niet helemaal. Totdat je voor de klas een grapje maakt en alle leerlingen vervolgens hun concentratie verliezen en ook grapjes gaan maken omdat de leraar het ook doet.’
NV: ‘Ik heb ook wel meegemaakt dat ze meteen nadat ik was begonnen al weg waren. “Saai dit. OMG zo stom. Duurt lang.” Iemand had een keer een goudvis meegenomen in een plastic zak. Die was zogenaamd jarig. Dat was al heel ontregelend en trok alle aandacht. Dan ben je al snel de paniekerige leraar. Ik zei: “Oké, ik zing “Lang zal ze leven” en dan zetten we hem weg.” Die pubers dachten ook: waar is hij nou mee bezig? Geen idee hoe daar weer uit te komen. Dan ben je de controle al helemaal kwijt.’
NV: ‘Je allergrootste nachtmerrie.’
Beiden: ‘Zeker!’
NV: ‘Zeker en dat is soms ook de reden waarom ze het niet redden. Vanzelfsprekende autoriteit bestaat niet meer en je moet van goeden huize komen om respect te krijgen. Ze vergelijken het met taekwondo: je pakt een arm en beweegt mee. Iemand ten overstaan van de hele groep hardop corrigeren of wegsturen is ook uit den boze. Je loopt even met iemand mee, neemt hem apart en zegt dan dat ie moet vertrekken. Anders werkt het niet. Respect en leiderschap zijn belangrijk en daar zijn ook tools voor. Een goede truc is doen alsof je ogen in je rug hebt en dus alles in de smiezen hebt.’
TdB: ‘Helemaal. Nicolaas zei dat hij nooit leraar wilde worden, maar mij leek het wel wat, mocht ik geen televisie meer maken. Daar ben ik wel van teruggekomen. Niet dat lesgeven niet leuk is, maar het is niets voor mij. Niks, nul.’
NV: ‘Dat is dus niet waar. Veel docenten krijgen nog buikpijn als ze aan hun eerste jaar terugdenken. Na vier jaar krijg je het pas een beetje in de vingers, werd ons verteld.’
NV: ‘Als je goed voorbereid aan een les Grieks of filosofie begint en je komt met een originele taak, dan krijg je heel veel terug. Ik was vaak uren bezig met het voorbereiden van een les en dat is natuurlijk ook niet vol te houden. Bij het vmbo is het moeilijker, omdat ze ervan uitgaan dat de les saai is. Voor hen had ik een keer een opdracht waarbij ze moesten uitzoeken wat hun mobiel wist over de locaties waar ze waren geweest. Dat werkte wel, dan heb je een leuk gesprek met goede energie.’
NV: ‘Ik denk het niet. Nu had je een controlfreak en iemand die graag geliefd wil zijn. Dat zijn twee instapmodellen van beginnende leraren die de school vaak meemaakt.’
TdB: ‘Ook zoals Tim?! Ik ben misschien de naïeve, maar ik denk dat veel mensen die naar de zij-instromerscursus gaan net zo naïef of misschien nog wel naïever zijn dan ik.’
Tim den Besten is woensdag 15 april te gast in Nooit meer slapen om te vertellen over 100 dagen voor de klas (NPO Radio 1, 0.00-1.00 uur).
100 dagen voor de klas
NPO 3, donderdag 20.50-21.50 uur