Je leest dit artikel gratis. Wil je meer van de VPRO Gids? Neem een abonnement. Nu 12 weken voor slechts 10 euro. Ik wil meer lezen →
Thuis
Jan Hertoghs rijdt in 2006 op de E19 voor een reportage over de verdwijnende telefooncel. Ter hoogte van Brecht begint het drukke verkeer knipperlichtend te vertragen.
Er ligt een witte vrachtwagen vijf meter dieper in het weiland gekanteld. Het ongeval is pas gebeurd, want een van de wielen draait nog in het ijle. Hij stopt op de pechstrook samen met één andere automobilist, hij belt het noodnummer met zijn gsm en terwijl schuiven tientallen personen- en vrachtwagens voorbij, traag en nieuwsgierig, alle bijstand aan hen overlatend.
Nog geen acht kilometer verder is de afslag Hoogstraten en bij de afslag naar Loenhout staat de eerste telefooncel. Dat die cel daar staat is merkwaardig, met alleen maar koeien en een boerderij vlakbij. Op het erf klimt een jonge boer van zijn tractor, hij kent de toedracht. ‘Dat is heel simpel, meneer. Zo’n twaalf jaar geleden stonden de politie en de rijkswacht hier regelmatig controles te doen. Snelheid, te zware lading, drinken, en ja, sommigen moesten dan hun baas bellen, of hun camion laten staan, en dan kwamen ze bij ons vragen of ze de telefoon mochten gebruiken. En dan had ge ook nog de mensen die op de autostrade in panne vielen, en die kwamen hier ook al vragen om “efkes te mogen bellen”.
Dat heeft zo’n paar jaar geduurd, dat was dikwijls ook ’s nachts, dat wij zegden: dat kan zo niet verder, en dat wij bij de burgemeester zijn gaan aankloppen. Die mens begreep ons direct en kort daarop stond dat telefoonkot hier. De eerste jaren heeft dat echt goed gedraaid, maar ja, dan is de gsm gekomen, en nu ziet ge bijna geen kat meer in dat kot.’
Jan Hertoghs bestaat. Hij stuurt me teksten, foto’s, reportages. Bovenstaande tekst heeft hij geschreven als ik-figuur. De ik heb ik veranderd in zijn naam. Van rijd moest ik rijdt maken. In de vierde zin staat terwijl . Dat begreep ik niet, ik moest puzzelen en vergelijken. Toen ik het begreep en ook nog zag dat de burgemeester die mens werd genoemd, voelde ik me diep tevreden, ik was in Vlaanderen, terwijl ik in quarantaine thuis was.