Je leest dit artikel gratis. Wil je meer van de VPRO Gids? Neem een abonnement. Nu 12 weken voor slechts 10 euro. Ik wil meer lezen →
‘Ik wil Japan begrijpen’
Speeddaten, huiltherapie en theedrinken met een kamikazepiloot – Paulien Cornelisse doet het allemaal in de tweede reeks van Tokidoki. ‘Er valt genoeg te lachen en je zult je regelmatig verbazen.’
Paulien Cornelisse (44): ‘De essentie is niet veranderd, maar ik heb door het maken van het programma wel veel meer verschillende soorten mensen ontmoet en gesproken dan anders gebeurd zou zijn. In Tokidoki 1 was ik bijvoorbeeld bij een feministische manifestatie waarbij vrouwen een klein tafeltje gingen omgooien. Dat is normaal gesproken iets wat alleen huisvaders doen als ze kwaad zijn. Nu deden die vrouwen dat, om te laten zien: wij mogen ook wel eens kwaad zijn. Ik vond dit een heel interessante bijeenkomst, en ik weet zeker dat ik daar zonder Tokidoki nooit terecht zou zijn gekomen.’
‘Ehm... Ik ben geneigd om te zeggen: beide. Bijvoorbeeld: wat ik vroeger niet wist, is dat er een enorm sterke betonlobby in Japan is die het land gestaag onder een laag beton aan het bedekken is. Dat is doodzonde. Het Japan dat ik kende van de negentiende-eeuwse prenten wordt op deze manier weggevaagd, zonder dat daar heel erg tegen geprotesteerd wordt. Ik vind dit een grote schaduwzijde, toch is mijn, sorry voor dit woord, basisgevoel voor Japan nog steeds liefde. Het voelt een beetje zoals liefde voor een mens: die is diep, ook als je wel ziet wat iemands schaduwzijden zijn. Vind ik.’
‘Soms is dat wel moeilijk inderdaad. Kijk, Jelle [Brandt Corstius, regisseur, red.] en ik wilden geen reisprogramma maken waarin je highlights en wat gekkigheden laat zien. Het gaat ons er meer om dat we het land willen begrijpen, dus ook willen zien wat er achter de schermen gebeurt. Daar hoort bij dat je ook problemen benoemt en wat meer de diepte in gaat. Overigens vind ik dat we wel een goede balans hebben gevonden, er valt genoeg te lachen en je zult je regelmatig verbazen. Het lijkt mij voor geen enkel programma een aanbeveling als kijkers alleen maar zouden denken: o wat errug.’
‘Ik ben in Nederland geen tv-maker, dus mijn vergelijkingsmateriaal is beperkt. Een voordeel is dat veel Japanners je graag willen helpen. Dus het gebeurt niet zo vaak dat iemand je meteen afwijst. Wel is er soms sprake van grote verlegenheid, maar dan helpt het geloof ik dat ik behoorlijk stuntelig Japans spreek, dat haalt de druk er misschien een beetje vanaf.’
‘Dat valt wel mee, vind ik. Soms zijn er mensen die bevangen worden door gegiechel, maar vaak zie je iemand echt even nadenken en dan een antwoord formuleren. Wat je trouwens sowieso minder hebt in Japan, vergeleken met Nederland, is dat mensen lollig willen doen, de leukste thuis willen zijn. Of gaan zwaaien naar de camera. Dat is een enorm voordeel in Japan.’
‘Ik ben daar helemaal aan gewend geraakt, zeker aan het meehummen, dat doe ik zelf ook. Toen ik net terug was uit Japan moest ik mezelf weer een beetje afleren dat te doen.’
‘Ik wilde heel graag iets doen met de tegencultuur in Japan, en dat is op een heerlijke wijze gelukt doordat we contact kregen met de punkscene in Osaka. Die was in de jaren tachtig heel erg heftig, je had toen bijvoorbeeld een groep die met een bulldozer de concertzaal vernielde. Dat was natuurlijk op de lange termijn niet vol te houden, haha! Maar ook nu zijn die punkbands nog lekker los. Ik voelde me erg thuis bij die jongens.
‘Ik vond het zelf vrij deprimerend, het lijkt me heel erg als je kind ervoor kiest helemaal niet meer mee te doen met de wereld. Ik denk dat de ouders van die jongen zich wel schamen, maar de jongen voelde zich zelf wel senang. Ik zei bij het afscheid tegen hem: “Ganbatte!” Dat zeggen Japanners vaak, het betekent iets als: doe je best. En daar antwoordde hij heel gevat op: “Nou, dat was ik niet van plan eigenlijk.” Hij onttrekt zich aan de Japanse rat race, en daar heb ik ook wel weer bewondering voor.’
‘Ja, we hadden bijvoorbeeld héél graag gepraat met de ouders van een meisje dat door het bestuur van haar school gedwongen wordt haar haar zwart te verven. Ze heeft van nature donkerbruin haar, maar dat past niet in het uniformiteitsideaal van veel Japanners en daarom moet ze haar haar verven. Haar ouders hebben de school aangeklaagd, en die rechtszaak loopt nog. Maar daar viel gewoon niet tussen te komen.’
‘Dat vind ik een moeilijke vraag. Ik zou zeggen: ik geloof niet in een volksaard, maar wel in landgewoonten of -gebruiken. Het valt bijvoorbeeld niet te ontkennen dat Nederlanders vaker oogcontact zoeken dan Japanners. En dat ze, Nederlanders dus, altijd aan elkaar moeten laten weten: ik heb jou gezien, heb je mij ook gezien? Goed, we hebben elkaar gezien. Japanners zijn veel beter in beleefd negeren. Ik vind volksaard dus een wat te groot woord, maar natuurlijk zou het ook weer geen zin hebben om een programma over Japan te maken als je zou geloven dat het eigenlijk hetzelfde land is als Nederland.’
dit artikel krijg je cadeau
Smaakt dit naar meer?
Neem een abonnement op de digitale VPRO Gids.
6 maanden voor €17,50
‘Het kleine zitbad, zonder zitje erin! En de shinkansen [netwerk van hogesnelheidstreinen in Japan, red.], door heel Europa. Ik vind het eerlijk gezegd belachelijk dat dit er nog niet is, het zou zo veel schelen qua luchtvervuiling, maar ook voor de onderlinge contacten binnen de EU. Ik zou heel graag een paar uur in een shinkansen-achtige trein willen zitten en dan in Kopenhagen uitstappen.’
‘In het algemeen zijn Japanners erg gericht op het eigen land. Ze noemen dat eilandgeest. Het meeste nieuws gaat dus over Japan zelf. Ik heb wel eens een Japans programma gezien over Nederland, dat was uitsluitend bedoeld als entertainment voor Japanners. De presentatrice liet zich aan een molenwiek vastbinden, dat soort dingen. Er sprak weinig echte interesse uit. Aan de andere kant heb ik ook iemand ontmoet die een diepe liefde had opgevat voor verschillende Nederlandse duurzaamheidsprojecten. Ze liet me foto’s zien van een powerpoint over de Ceuvel in Amsterdam-Noord. Daarna kreeg ik koekjes mee omdat ik uit zo’n duurzaam land kwam. Die koekjes waren per stuk in plastic verpakt, maar ik vond het toch een lief gebaar.’
‘Dit zit diep in de cultuur, inmiddels. Japanners dragen mondkapjes om drie redenen: omdat ze zelf niet ziek willen worden, omdat ze anderen niet ziek willen maken en ook uit een soort verlegenheid. Waar westerlingen soms een zonnebril op zetten om te laten zien dat ze even minder beschikbaar zijn voor de buitenwereld, hebben Japanners het mondkapje. Zonnebrillen worden in Japan meer geassocieerd met de maffia.’
‘Ik ben in Japan verslaafd aan goede tofu, die eet ik dan met gember, bosuitjes en sojasaus. Ook misosoep bij het ontbijt vind ik verrukkelijk. En dan heb ik het nog niet eens over de zure, gepekelde pruim die ik daar dan bij eet. Hmmm!’
Wat gaan we zien?
Aflevering 1: Hitori-bocchi (moederziel alleen). Paulien bezoekt onder meer een speeddateavond en ontdekt waarom Japanners graag op de wc lunchen.
Aflevering 2: Rei-wa (vreugdevolle harmonie). Paulien bezoekt onder meer een zentuin zonder planten en een theeceremoniemeester die ooit kamikazepiloot was.
Aflevering 3: Tatemae (je anders voordoen dan je bent). Paulien bezoekt onder meer een huiltherapiesessie en een punkconcert.
Aflevering 4: Genki (levensenergie). Paulien bezoekt onder meer een heetwaterbron en een weduwe wier man zelfmoord pleegde vanwege de werkdruk.
Tokidoki
NPO 2, zondag 20.40-21.30 uur