Je leest dit artikel gratis. Wil je meer van de VPRO Gids? Neem een abonnement. Nu 12 weken voor slechts 10 euro. Ik wil meer lezen →
Vergeten volbloednovelle
The Wife of Martin Guerre van Janet Lewis duikt vaak op in lijstjes met onderschatte boeken uit de twintigste eeuw. Onlangs verscheen een Nederlandse vertaling van de novelle, die gebaseerd is op een zestiende-eeuwse rechtszaak.
In de biografie van schrijver/dichter Janet Lewis (1899-1998) komt genoeg voorbij dat meer in aanmerking lijkt te komen voor het predicaat ‘doorslaggevend moment voor haar literaire leven’. Of dat op z’n allerminst meer schijn van letterkundige glamour heeft.
Zo publiceerde ze haar eerste gedichten ooit in dezelfde schoolkrant als Ernest Hemingway. (Lewis was goed bevriend met Hemingways zus Marcelline, dus, vertelde ze later: ‘Ik hoorde al vroeg veel over Ernie.’) Na haar eindexamen vertrok ze naar Parijs, om helaas vlak voor haar ex-schoolgenoot daar een van de spillen in de bohemienenclave van de Lost Generation werd naar de VS terug te keren. Maar voor haar afstuderen aan de Universiteit van Chicago kwam Lewis wél in de literaire kring rond de Poetry Club terecht, met Glenway Wescott en Elizabeth Madox Roberts. Én met Yvor Winters, de dichter/criticus met wie ze in 1926 trouwde en die als docent aan Stanford een apostelachtige figuur werd voor Hart Crane, Thom Gunn en Robert Hass.
En, o ja, Vladimir Nabokov en zijn Vera kwamen in de jaren veertig regelmatig dineren in het huis van het paar in Los Altos, Californië, bij welke gelegenheden Vladimir graag afdroogde wanneer Janet de afwas deed.
Goed, dat laatste tafereeltje zal misschien niet héél inspirerend zijn geweest. Maar het lijkt haast veelbelovender dan dat stoffig klinkende boekwerk waarmee Winters ergens in de jaren dertig thuiskwam: Samuel March Phillips’ juridische handboek Famous Cases of Circumstantial Evidence (1868), waarin de Britse ambtenaar leerzame historische rechtszaken verzamelde.
Winters wilde de bundel naar verluidt raadplegen omdat een Stanford-collega van moord op diens echtgenote werd beschuldigd. Maar omdat Lewis, die poëzie en één non-fictieroman had gepubliceerd, op dat moment moeizame pogingen deed tijdschriftverhalen te produceren, raadde hij haar aan dit ook eens door te bladeren.
Winters wilde de bundel naar verluidt raadplegen omdat een Stanford-collega van moord op diens echtgenote werd beschuldigd. Maar omdat Lewis, die poëzie en één non-fictieroman had gepubliceerd, op dat moment moeizame pogingen deed tijdschriftverhalen te produceren, raadde hij haar aan dit ook eens door te bladeren.
Wedren
‘Daar,’ vertelde ze ooit, ‘stuitte ik op het verhaal van Martin Guerre. Daarmee is het begonnen.’ ‘Het’ is in dit geval een trilogie historische romans. The Trial of Soren Qvist (1947), over een zeventiende-eeuwse Deense pastoor die ervan overtuigd raakt een boerenknecht te hebben omgebracht. Het in Parijs onder Louis XIV spelende The Ghost of Monsieur Scarron (1959). En Lewis’ onlangs in vertaling verschenen meesterwerk The Wife of Martin Guerre (1941). Het boek dat in de Amerikaanse pers vergelijkingen oogstte met Melville, Stendhal en Flaubert, en waarvan Larry McMurtry in de The New York Review of Books betoogde dat het ‘een wedren aankan met Billy Budd, Seize the Day of elke andere volbloednovelle die naar het starthek geleid zou kunnen worden’.
Plaats van handeling is het Franse dorpje Artigues, waar de elfjarige Bertrande de Rols op een ochtend in 1539 wordt uitgehuwelijkt om een familievete te sussen. Het begin, zo blijkt, van een verwarrend echtelijk leven.
Wanneer de heethoofdige Martin en zij na jaren op de familieboerderij eindelijk aarzelend naar elkaar toegroeien, meldt hij dat hij ‘een tijdje weg moet’. Na een eerdere door zijn vader uitgedeelde lijfstraf vreest hij na een nieuwe ‘ongehoorzaamheid’ opnieuw een aframmeling, wat hem het landgoed doet ontvluchten. Dat ‘tijdje’ duurt acht jaar. En wanneer hij na het overlijden van zijn vader eindelijk lijkt terug te keren, is iedereen dolgelukkig: Martins zussen, zijn oom Jean en ook Bertrande, die door hem wordt bemind met een wederzijdse passie die ze niet eerder kende(n).
Sommersby
Maar gaandeweg raakt ze ervan overtuigd dat deze aanmerkelijk vriendelijker man haar Martin onmogelijk kan zijn. Dat het een dubbelganger is met wie ze onbewust in zonde heeft geleefd.
Gevolg: een gerechtelijk onderzoek met ook voor haar dramatische gevolgen.
Cadeautje!
Je leest dit artikel gratis. Wil je meer van de VPRO Gids? Neem een abonnement. Nu 12 weken voor slechts 10 euro. Ik wil meer lezen →
Voor wie dit gegeven bekend voorkomt: Sommersby (1993) was inderdaad een Hollywoodverfilming van dit verhaal. Maar Lewis’ roman is vele malen subtieler en minder sentimenteel. Een loepzuivere tragedie van 171 pagina’s, geschreven in tijdloos proza dat je bijna lijfelijk Bertrandes emotionele pieken en dalen laat meebeleven. Haar achterdocht en (zelf)twijfel, wanhoop en berusting.
Een grote naam als Ernest Hemingway werd Janet Lewis er niet door. Maar zoals dichter Robert Hass na haar overlijden schreef: ‘Ik weet niet hoe vaak ik schrijvers, als ze hun lijstje van onderschatte boeken van de twintigste eeuw maakten, wel niet vol geestdrift heb horen beginnen over The Wife of Martin Guerre.’ Amerikaanse lezers (her)ontdekten de roman al meermaals als gouden geheimtip. En hopelijk wordt hij nu ook in Nederland in het hart gesloten.
Het zou, voor een schrijver voor wie alles begon met een handboek vol justitiële dwalingen, een aardige vorm van gerechtigheid zijn.
De vrouw van Martin Guerre
Uitgeverij Cossee
(oorspr. The Wife of Marin Guerre, vert. Paul van der Lecq)