Het bloed gutste naar buiten. Ik stond er onbenullig bij – als een kip zonder kop. Het onthoofde dier vloog door de tuin en liet zich niet meteen pakken. Toen ik bij zinnen was gekomen rende ik er vergeefs achteraan, de bijl in mijn rechterhand, de kop in mijn linker. Er waren gelukkig geen getuigen die schreeuwden: ‘Dat had je toch kunnen weten!’
Atleten
Toen ik voor het eerst een kip slachtte (1971) wist ik van niks. Ik pakte de kop en onthoofdde het beest met een kleine bijl.