Je leest dit artikel gratis. Wil je meer van de VPRO Gids? Neem een abonnement. Nu 12 weken voor slechts 10 euro. Ik wil meer lezen →
Humor als hoofdzaak
In Humor is een van de vier pijlers onder het universum beschrijft universitair hoofddocent sociale wetenschappen Madelijn Strick op vlotte en vrolijke wijze waarom humor zo belangrijk is. ‘Tegenslagen zijn vaak de bron van humor.’
Madelijn Strick (1979): ‘Uhm, ja. Vanochtend keek ik weer even op De Speld. Niet dat ik in een deuk lag, maar het was zeker grinnikwaardig.’
‘Voor mij is het zeker belangrijker dan voetbal, tenzij Nederland wereldkampioen wordt. Humor wordt vaak gezien als een bijzaak in het leven, net als een chocoladetaartje. Leuk voor erbij. Af en toe mag het, maar daarna gaan we weer door met het serieuze. In mijn boek probeer ik uit te leggen waarom het een hoofdzaak is. Essentieel voor het menselijk leven en voor hoe we met elkaar omgaan.’
‘Om mentaal overeind te blijven, te kunnen relativeren en om je in sociale interactie te kunnen redden. Wie geen humor heeft begrijpt Monty Python, De Speld of Van Kooten & De Bie niet. Daar valt mee te leven. Maar het is wel erg als je in een sociale omgeving bent waar iemand een anekdote vertelt en jij bent de enige die er niks van begrijpt. En als je niet kunt relativeren en alle tegenslagen in het leven altijd serieus neemt, heb je een ook groot probleem. Mensen associëren humor met grappen vertellen, maar dat is slechts één vorm. Er gebeurt veel grappigs in het dagelijks leven, ook in coronatijd, maar je moet het wel kunnen en willen zien. Alleen al het ongemak met de winkelwagentjes en de mondkapjes. Als er een vies beest in je eten zit kun je dat heel serieus nemen en balen, of erom lachen. Tegenslagen zijn vaak de bron van humor.’
‘Ja. Het is een menselijke eigenschap of vaardigheid waar iedereen aanleg voor heeft, maar de een doet er meer mee dan de ander. Het moet wel gecultiveerd en geoefend worden. Je kunt ook leren om vaker de humor van iets in te zien en jezelf trainen om meer te relativeren. Van mensen die dat vaker doen zeggen we: die hebben meer gevoel voor humor. Als je daar als kind thuis al veel mee geconfronteerd wordt, helpt dat wel. Modelling, heet dat in de psychologie. Je doet je omgeving na en denkt daar eerder aan. Maar je kunt het zeker leren.’
‘Dat zijn verschillende aspecten van humor. Overigens lachen mensen lang niet altijd vanwege humor. Het gebeurt ook uit gêne, ongemak of om vriendelijk over te komen. Daarnaast heb je nog steeds te maken met rolpatronen. Traditioneel gezien zijn de mannen meer de grappenmakers en de vrouwen meer de lachers, al is dat door emancipatie steeds meer veranderd. Maar het idee over hoe men zich binnen sociale interacties en afspraken zou moeten gedragen is dat de mannen dominanter zijn en meer initiatief nemen. Zichzelf willen bewijzen, de pauwenstaart. Kijk eens hoe leuk en intelligent ik ben. En vrouwen moedigen dat aan door te lachen of juist niet. Heel stereotiep en ik praat er ook niet graag over, maar die patronen zijn nog wel te zien. In een gemengde groep maken mannen meer grappen en zijn het vrouwen die meer lachen.’
‘Uhm, ja. Wel als ze dat rollenpatroon onderschrijven en prettig vinden. In een progressievere groep kan dit totaal anders zijn. Ik ken veel mannen die het leuk vinden als vrouwen grappen maken, ook heel botte.’
Hoe meer grappen hoe beter, toch?
‘Klassiek gezien niet hoor. Het oude idee is dat een man dat niet aantrekkelijk vindt, want dan wordt hij ook een beetje overschaduwd door een vrouw en dat vinden sommige mannen bedreigend. In de progressieve VPRO-wereld is men daar wel een beetje klaar mee. Gelukkig worden die patronen doorbroken, maar de wetenschap loopt soms wat achter.’
‘Zeker als ze gevat zijn. Dat wordt gezien als teken van intelligentie, en terecht, dat is het ook. Die ander is misschien wel slimmer.’
‘Voor zover ik weet is daar geen wetenschappelijk onderzoek naar gedaan, maar ik herken de observatie. Cabaretier Guido Weijers, die zelf in de linkse hoek zit, heeft politici weleens langs de humormeetlat gelegd. Toen kwam hij erachter dat Geert Wilders eigenlijk een van de grappigste is. Met veel kleurrijk taalgebruik en ook niet bang om agressief te zijn. Aan humor zit ook een agressieve kant. Linkse politici vinden dat moeilijker, omdat het minder past bij hun politiek. Die zijn meer gericht op de wereld beter maken en iedereen erbij betrekken.’
‘Dat denk ik ook. Maar de combinatie van de wereld verbeteren en harde grappen kan lastig zijn. Daar is een ander soort humor voor nodig, meer verbindend.’
‘Hmm, bijzonder. Doet mij denken aan de manier waarop in Amerika naar humor wordt gekeken, zeker in de politiek. Daar hoort het bij een goed mens zijn. Wie humor heeft kan om zichzelf lachen en is authentiek. Het wordt met moraliteit geassocieerd. Je bent een goed mens als je humor hebt.’
Cadeautje!
Je leest dit artikel gratis. Wil je meer van de VPRO Gids? Neem een abonnement. Nu 12 weken voor slechts 10 euro. Ik wil meer lezen →
‘In Nederland wordt er niet zo naar gekeken. Het leuke van humor is ook vaak dat het schuurt. Voor een politicus in Nederland is dat riskant.’
‘Klopt, al verschilt het sterk per ramp, afstand en context. Over de Holocaust kun je in Duitsland nog steeds geen grap maken. Misschien kunnen we daar in Nederland of Engeland makkelijker grappen over maken. En de kwaliteit van de grap is ook belangrijk. Als het echt een goede grap is… kan het ook sneller.’
‘Dat vind ik ook, het mooiste, maar dat is niet iedereen met me eens. Soms krijg je ook een heel verscheurde reactie. Dat men eerst keihard lacht en daarna snel een hand voor de mond slaat en denkt: kan dit wel? Eigenlijk is dat een teken dat het een goede grap is. Want de lach is sneller dan het morele oordeel.’
‘Het idee van de lange tenen. Dat gevoel is van alle tijden, omdat humor die schuurt controversieel is. Daarnaast is er het probleem dat grappen uit hun context worden gehaald en vervolgens verspreid op internet onder groepen die niet tot de doelgroep behoren. Dat levert polarisatie op, maar in besloten (app)groepen en bij mensen thuis kan er nog steeds heel veel.’
‘Je moet meer oppassen wáár je iets zegt. Tegelijkertijd wordt cabaret niet braver.’
‘Het is zeker geen populair topic in de wetenschap. Absoluut niet. Humor wordt niet serieus genomen.’
‘Haha, dat is ook erg. Ik heb nog wel wat werk te verzetten. In de vs is het beter. Daar heb je ook meer onderzoek naar politieke satire. Dat heeft daar ook meer impact. Wij zien het als bijzaak. Daar kun je geen problemen mee oplossen. Wetenschappelijk onderzoek gaat, zeker in de psychologie, vooral over problemen. Racisme, depressies, obesitas…’
‘Überhaupt weinig over positieve dingen. Hoe je iets dat al goed is beter maakt wordt toch minder urgent gevonden.’
Madelijn Strick
Humor is een van de vier pijlers onder het universum
Uitgeverij Balans