Je leest dit artikel gratis. Wil je meer van de VPRO Gids? Neem een abonnement. Nu 12 weken voor slechts 10 euro. Ik wil meer lezen →
Boekentips
Drie aanraders
Boekentips in de week van 8 mei
Onmogelijke vader
De schaduw van Berlijn - Jonathan Lichtenstein
Vanaf 1938 ontkwamen tienduizend Joodse kinderen zonder ouders of begeleiders via zogeheten Kindertransporten aan de nazi’s. De twaalfjarige Hans Lichtenstein uit Berlijn belandde zo moederziel alleen op het platteland van Wales en wilde na de oorlog niet meer terug naar zijn moeder, een communist die naar Oost-Berlijn was verhuisd. Jonathan Lichtenstein leed zwaar onder zijn onmogelijke vader, die geen intimiteit duldde, aan nachtmerries leed, hardnekkig zweeg over de oorlog en had gebroken met zijn Duits-Joodse familieverleden. Als de 87-jarige Hans toch nog eens naar Berlijn wil, leggen vader en zoon in De schaduw van Berlijn (Atlas Contact) het traject in omgekeerde richting af en ontstaat tussen beide beschadigde mannen in vaak heerlijk kribbig-gekwelde tweespraak eindelijk verlossende toenadering.
MAARTEN VAN BRACHT
Mestkevers en Gogol
De genade - Hans Theys
Dat je een boek nooit op z’n onaantrekkelijke omslag moet beoordelen, blijkt weer eens na lezing van De genade (Lebowski), de debuutroman van Hans Theys. Wat een gek, gewaagd en geestig boek is dit, over rechercheur Breukmans, die te maken krijgt met de vermissing van kunstcriticus Karel Versluys, die net zo’n schimmig leven leidt als hijzelf. Breukmans is een geweldig personage. Hij doet aan yoga, heeft een broodfetish en leest in zijn vrije tijd graag over mestkevers en mieren. Tussen deze liefhebberijen door rechercheert hij erop los, maar dit is geen standaard detective. De lol zit hem vooral in Breukmans’ gedachten over bijzaken als de dalai lama, Gogol, Pink Floyd en zijn nieuwe ‘tweeslachtige bolide’ zonder contactsleutel.
KATJA DE BRUIN
Vier soldaten
Vier soldaten - Hubert Mingarelli
In Vier soldaten (Meulenhoff), beschrijft wijlen Hubert Mingarelli (1956-2020) feitelijk de stilte tussen twee militaire stormen. Het Rode Leger trekt zich in 1919 terug van het Roemeense front om in een nabijgelegen bos te overwinteren. Een kwartet jongens-onder-de-wapenen bouwt samen een schuilhut. En in de rest van deze compacte roman lees je hoe verteller Benia, de door nachtmerries gekwelde leider Pavel, zwijgzame Sifra én de steinbeckiaans kinderlijke ‘grote Oezbeek’ Kjabin in groeiende kameraadschap de tijd doden. Hoe ze dobbelen om sigaretten, goedmoedige grappen uithalen, beurtelings (quasi)verliefd slapen met een gelukshorloge met een vrouwenbeeltenis erop. Klinkt ondramatisch? Mingarelli maakt subtiel en diepontroerend voelbaar hoe eenzaamheid en angst hier worden gedeeld en verlicht. Tot de lente komt, als een hakbijl.
DIRK-JAN ARENSMAN