Je leest dit artikel gratis. Wil je meer van de VPRO Gids? Neem een abonnement. Nu 12 weken voor slechts 10 euro. Ik wil meer lezen →
Stukjes China overal
In zijn nieuwste VPRO-reisserie trekt Ruben Terlou er weer op uit, deze keer om Chinezen in zeven landen te laten zien. Wat zoeken ze daar, en wat betekent het voor de wereld? ‘China wordt niet gehinderd door onze liberale of ideologische waarden.’
Eigenlijk zou De wereld van de Chinezen in de tweede helft van 2020 worden uitgezonden. Half februari, toen de wereld nog gewoon doordraaide, zat Ruben Terlou aan tafel bij Matthijs van Nieuwkerk om het publiek vast op te warmen. Daar kwam natuurlijk ook het coronavirus ter sprake. Op dat moment was het vooral een Chinees probleem, dat gierend uit de hand was gelopen omdat waarschuwende artsen het zwijgen was opgelegd. Typisch een gevolg van de rigide manier waarop de communistische partij het land runt, oordeelde Terlou. Wist hij toen al dat het virus de hele wereld zou ontwrichten, inclusief zijn eigen werk? Aan een tafel in het verder vrijwel stille VPRO-gebouw, op gepaste afstand van elkaar, ligt de beginvraag voor de hand.
Ruben Terlou: ‘Ik had wel door dat het die kant op ging, ja. Ik was net twee weken terug uit Servië, waar wij onder meer Chinese mijnwerkers hadden gefilmd. Die zaten allemaal met bedrukte gezichten Chinees Nieuwjaar te vieren, want Wuhan was net in lockdown gegaan. Als de Chinese overheid zo’n miljoenenstad dichtgooit, dan is er echt iets grondig mis. En half februari waren mensen over de hele wereld al geïnfecteerd. Het ging heel hard. Ik heb toen overwogen om te zeggen: dit zou weleens heel groot kunnen worden. Maar ja, dan zou Matthijs natuurlijk vragen: wat dan, hoe bedoel je? En daar had ik geen goed antwoord op. Dus ik heb het maar gelaten.’
‘Dat had het al! We hadden een aflevering willen maken in Siberië, want in het grensgebied met China liggen geweldige verhalen. Aanvankelijk zouden we in november 2019 gaan, maar toen waren de omstandigheden niet helemaal goed – we wilden een echt winters landschap, en dat kwam maar niet – dus hadden we het uitgesteld tot maart. Maar eind januari had Rusland de grens al gesloten, en dat bleef zo. Dat handelsverkeer en al het sociale verkeer langs die grens, eigenlijk alles wat voor ons interessant was, was in één klap weg. Een maand later zouden we naar Amerika gaan. Maar twee weken voor vertrek ging ook dat land op slot. Dus ja, corona had al heel snel grote impact op de serie. Heel frustrerend. Gelukkig konden we in de zomer weer aan de slag gaan, en sindsdien is het allemaal voorspoedig verlopen. Uiteindelijk ben ik heel tevreden met het resultaat. Al is draaien in Siberië er niet van gekomen. En zo zijn er nog allerlei andere gebieden buiten de boot gevallen: Zuid-Amerika bijvoorbeeld, waar Chinese bedrijven veel hout en delfstoffen vandaan halen, en vis.’
‘Nee, dat hadden we al meer dan een jaar geleden besloten, echt om inhoudelijke redenen. Chinezen hebben een flink aandeel in de haven van Rotterdam, ze hebben een grote melkpoederfabriek in Friesland overgenomen, er komen in Tilburg een paar treinen per week vol Chinese elektronica aan die weer vertrekken met allerlei luxeproducten, en ga zo maar door. Genoeg aan de hand hier. Dat we in Italië zijn gaan filmen heeft wél iets met corona te maken; we hadden het al eerder overwogen, maar pas door de reisbeperkingen kwam dat land bovenaan ons lijstje te staan. Je hebt daar een grote gemeenschap van Chinezen, vooral in de stad Prato: een reusachtig Chinatown waar ze de textielindustrie van de Italianen hebben overgenomen. Je vindt er ontzettend veel naaiateliers met een enorme productie. De Italianen die er nog wonen, voelen zich verdrukt. Op de scholen zitten nog maar een paar Italiaanse kinderen. Veel Chinese ouders blijven er een paar jaar extra werken om hun kinderen Italiaans onderwijs mee te geven. Meestal gaan ze daarna weer terug, maar we hebben ook een dame gevolgd die tijdens de lokale verkiezingen als eerste Chinese politicus, of van Chinese afkomst moet ik eigenlijk zeggen, probeerde om een plek te veroveren. En we filmden Chinezen die scholen gingen ontsmetten, in gele pakken met een soort draagbaar zeepkanon.’ [pakt telefoon] ‘Moet je kijken.’
‘Ja, dat zeiden wij ook tegen elkaar. Dat was een charmeoffensief om het imago van de Chinezen te verbeteren. Een privé-initiatief, maar ik zie het toch wel als onderdeel van iets groters. Mondkapjesdiplomatie, wordt het wel genoemd: een soort wereldwijde propagandacampagne. China heeft die in twee varianten gevoerd: één door de regering en één door het leger. De regering focuste op de ontwikkelde landen, zoals Japan, Italië en Spanje, en het leger was meer gericht op het aanhalen van de militaire banden met landen. Door bijvoorbeeld mondkapjes te sturen, waar overal gebrek aan was. En dan zie je dat ze vooral gericht waren op Afrikaanse landen, Zuidoost-Azië, Centraal-Azië. Dus heel strategisch. Ook gericht op landen die belangrijk zijn voor stemmen in multilaterale fora zoals de VN of de EU.’
‘We willen laten zien hoe de aanwezigheid van Chinezen in de wereld is toegenomen. Wie die Chinezen zijn, wat ze doen in de landen waar ze naartoe trekken. En wat de impact daarvan is op de lokale bevolking. Dat klinkt abstract, maar onze aanpak blijft heel menselijk. Ook als iemand in een ver land voor de Chinese staat aan het werk is, ben ik geïnteresseerd in zijn of haar persoonlijke verhaal. Veel Chinezen die ik tegenkwam handelen trouwens op eigen initiatief. Zoals de man die naar Madagaskar was gekomen als kraanmachinist bij een ontwikkelingsproject, maar daarna steenrijk is geworden door landbouwmachines te verkopen. En de man die daar juist rijk begon en al zijn geld in een reusachtige katoenfabriek heeft gestoken waar nu al jaren niets gebeurt.’
‘Oei, heel veel ontmoetingen zijn me bijgebleven. Laten we even de eerste aflevering nemen, in Kenia. Die was meteen heel rijk aan inzichten, omdat je daar heel goed ziet met welke verschillende motivaties mensen daarnaartoe zijn gegaan. Je hebt echte gelukszoekers, bijvoorbeeld de Chinese pannenkoekenbakker die redeneerde dat zijn landgenoten ook in een ver land Chinees voedsel willen. Maar je hebt ook de Chinese staatsbedrijven die daar een gloednieuw spoornetwerk aanleggen en dat willen doortrekken naar Oost-Congo, naar Soedan en naar Oeganda, plus de havens uitbreiden. Chinese machinisten die de treinen besturen en de Kenianen die zij opleiden. Die moeten eerst maar eens Chinees leren. Het is een aflevering die laat zien hoe de Chinezen en de Kenianen botsen. Je ziet verschillende culturen, en het wederzijds onbegrip dat dan ontstaat. Ik sprak met een jongen die slachtoffer was van racisme door een Chinese baas die de meest verschrikkelijke dingen zei, waarover dan weer veel ophef onder Kenianen was ontstaan. En Masai, die vertelden dat een Chinese opzichter was doodgeslagen omdat hij iemand met de vlakke hand had geslagen, en niet met zijn vuist. Maar ook een Keniaanse studente die droomt van een zangcarrière in China, omdat ze helemaal weg is van het land en de cultuur.’
‘Chinezen weten hoe je van niks naar veel kan gaan, want dat hebben ze zelf de afgelopen decennia doorgemaakt. Dat bijvoorbeeld transport daar heel belangrijk bij is, een goed wegennetwerk, en spoorlijnen, en havens. Met die ontwikkeling valt natuurlijk ook heel veel geld te verdienen. Economisch biedt het veel voordelen; ze hebben enorme infrastructurele overcapaciteit, zou je kunnen zeggen, doordat ze hun eigen land nu zo hebben ontwikkeld. En al die knowhow, en al die spullen, kunnen ze nu prachtig kwijt in het deel van de wereld dat die ontwikkeling nog kan doormaken. Dat is één. Bovendien heeft het natuurlijk enorme geopolitieke voordelen, doordat ze op deze manier de banden kunnen aanhalen met een groot deel van de wereld. De ambities van president Xi Jinping zijn gigantisch. Dat begon met de Nieuwe Zijderoute, de route van hier naar China en andersom, die ze zouden gaan ontwikkelen. Maar het is nu verworden tot iets veel groters. Wereldomspannend, en ze spreken nu zelfs van de Zijderoute in de ruimte. En de polaire Zijderoute. En de maritieme Zijderoute. En de digitale Zijderoute. En de gezondheidszijderoute. Dus de hele wereld is een Zijderoute geworden.’
‘5G, automatische gezichtsherkenningssoftware, al die camera’s, het trainen van allerlei landen in… hoe noemen ze dat, “public opinion guidance”. Ja, het gaat heel ver. China wordt niet gehinderd door onze liberale of ideologische waarden. Hun top-down georganiseerde politieke systeem stelt ze in staat om langetermijnbeslissingen te nemen. Offers te verlangen van hun eigen volk, of misschien wel van volken in andere landen. Daarin gaan ze veel verder dan wij.’
Cadeautje!
Je leest dit artikel gratis. Wil je meer van de VPRO Gids? Neem een abonnement. Nu 12 weken voor slechts 10 euro. Ik wil meer lezen →
‘Dat is iets dat verdergaat dan alleen maar het land willen dienen, of de partij. Want dat is een idee dat echt niet elke Chinees deelt. Ik denk dat ze meer gefocust zijn – een man in Kenia zei het wel mooi: Chinezen zijn gewoon veel meer gericht op het collectief dan op het individu. En dat brengt met zich mee dat ze harder werken. Ik denk dat je dat terugziet op heel veel manieren. Namelijk dat Chinezen ook hard werken zodat de volgende generatie het beter heeft dan zijzelf. Die opofferingsgezindheid, die voor ons een nogal negatieve bijklank kan hebben, dat zie je heel veel terug. Bijna alle Chinezen die ik spreek zijn ontzettend gericht op het bouwen aan een betere toekomst, aan meer geld, meer welvaart. Wacht, deze moet ik even opnemen.’
Hij pakt z’n telefoon. Jurjen Blick, de editor, wil iets overleggen. Direct na het interview dan maar. Terlou: ‘We zitten nu echt in de afwerking van de aflevering over Italië. Het is met de uiteindelijke vertalingen en ondertiteling even avondwerk deze week. Korte nachten.’
‘Ja, zoiets. Maar goed, waar waren we?’
Nou, bij de hardwerkende Chinezen. In de aflevering over Cambodja zegt een bouwopzichter dat ze minstens vier keer zo snel werken als lokale arbeiders. Ze stampen het ene na het andere gebouw uit de grond.
‘Ja, dat was echt een absurde plek, Shianoukville. Toen wij er waren was de grootste drukte net voorbij; op het hoogtepunt waren daar een paar honderdduizend Chinezen. Heel veel zaten in de casinobusiness, anderen kwamen om te gokken, en je had ook veel mensen die vanuit die stad online gokken aanboden voor Chinezen in China. Maar dat werd zo’n groot probleem, met zo veel criminaliteit erbij, en corruptie, dat China zelfs politie stuurde naar Cambodja. Er is toen keihard ingegrepen. Dus op het moment dat wij er waren, was de sfeer weer heel anders.’
‘Een combinatie van goede research en toevallige ontmoetingen. In de Cambodjaanse aflevering zie je daar als kijker een mooi voorbeeld van. Dat we door het water waadden bij een overstroomde wijk, maar gewoon bij iemand in de auto sprongen en in een nachtclub terechtkwamen. En dat we daar ook nog dat Chinese meisje vonden, die… danseres.’
‘Precies. Dat vond ik een heel indrukwekkende ontmoeting. Ik ben gewoon met haar aan de praat geraakt op een avond daar. Ze verdient relatief veel geld, maar dat heeft wel z’n prijs. Nu zal het trouwens wel helemaal op z’n gat liggen daar, door corona. Maar dat krabbelt wel weer op. Het blijft een Chinese stad aan de kust van Cambodja.’
‘De lokale inwoners zijn echt niet zo blij. Maar die hebben er niet veel over te zeggen. De zoon van de president is wel heel blij, die had een groot stuk land waar nu een gigantisch casino op staat.’
‘Precies, dat snapt China heel goed.’
‘Een nieuw project voor de VPRO. Ik ben heel blij met de ideeën die we nu hebben, maar er is nog niets gefilmd, dus ik kan er beter nog niet te veel over zeggen. Het wordt minstens net zo ingewikkeld als deze serie. Dus dat kan ook nog wel even duren.’
De wereld van de Chinezen
NPO 2, zondag 10 januari 20.20 – 21.05 uur