Hoewel stukje een eufemisme was voor deze eenkolommer broadsheet. Zo’n krant die je met goed fatsoen niet in de trein kon openslaan zonder dat er een punt van pagina 5 in het gezicht van de passagier naast je of, erger, door het mayonaisebakje van de patat etende puber tegenover je zou slepen. Er was ooit een man te gast in een programma van Sonja Barend die een methode had uitgevonden om de krant zo te vouwen dat die een kleinere omslagcirkel kreeg en hij naar hartenlust kon lezen en omslaan in de trein. Hij had er rijk mee kunnen worden, maar toen kwam internet.
…
De vader van mijn beste vriend schreef iedere week een stukje in de krant.
De vader van die vriend is nu dood. Hij had zelf de overlijdensadvertentie al opgesteld, die lag klaar in een bureaulade. ‘Ik ben dood…’ stond er in de krant, waarmee hij zijn laatste stukje in stijl had afgeleverd, want die puntjes waren kenmerkend voor hem. Wist ik, omdat deze man ook lang hoofdredacteur van dit blad is geweest. Toen hij dat werd was het nog een heel klein, zwart-witblaadje op A5-formaat, maar het was op de burelen verboden ‘blaadje’ te zeggen, hoewel bladenmakers dat juist zo graag doen, liefdevol blaadje zeggen. Mocht niet. Punt.
In een van die krantenstukjes lang geleden kwam ik ook voor. Onder de niet zo heel fantasievolle schuilnaam Hans. Hans zou weer gaan stoppen met zijn studie, zijn ouders wisten nog van niets. Helaas wisten de ouders van Hans dat die zaterdagochtend opeens wel dankzij deze column, die niet voor niets onder de titel ‘Man & paard’ door het leven ging. Het is goed gekomen met Hans, hij heeft een lange reis door het colofon van dit blaadje blad gemaakt en kan nu afscheid nemen van die vader van zijn beste vriend, zoals het hoort. Dag Boudewijn…