Boekentips

Zeventien dieren die tot de vaak al te menselijke verbeelding spraken passeren de revue in De spreeuw van Mozart (Thomas Rap) van Elena Passarella. De wolharige mammoet die in de Siberische permafrost bleef geconserveerd, de door Darwin meegenomen reuzenschildpad die nog 170 jaar bleef leven, de negen ton zware circusolifant die in 1901 in de VS voor straf werd geëlektrocuteerd en opgehangen, gorilla Koko die in gebarentaal duizend woorden sprak, krokodil Osama die 83 mensen verslond – in een vaak lyrische stijl, vanuit diverse invalshoeken en soms vanuit het perspectief van het beest in kwestie beschrijft Passarella hun buitengewone of vermeende eigenschappen. Steeds draait het om de fascinerende maar dubieuze relatie tussen mens en dier.

MAARTEN VAN BRACHT

Alex is bijna veertig en woont nog bij zijn moeder. Hij doet zwaar werk in een fabriek. Zijn grootste droom is een eigen aquariumwinkel. Loek en Brenda wonen in een stacaravan en dromen van een eigen onderkomen op een verlaten industrieterrein, op veilige afstand van de bewoonde wereld. En dan zijn er nog het zwervende meisje en haar moeder, die dromen van een prins met een pinpas en een ligbad. In haar geraffineerde, door vissen bevolkte debuutroman Hier komen wij vandaan (Querido) brengt Leonieke Baerwaldt deze beschadigde levens samen. Door klassieke sprookjes als ‘De kleine zeemeermin’ naar haar hand te zetten, creëert ze een vertelling over maatschappelijke mislukkelingen die je nog lang bijblijven.

KATJA DE BRUIN

Na haar recent ver-Netflixte Alles houdt op te bestaan (2016) is Het verdwijnpunt (Volt) van Elizabeth Brundage opnieuw zo’n zeldzaam voorbeeld van een écht literaire thriller. Het raadsel van de verdwijning van celebrityfotograaf Rye Adler, die in het noorden van de staat New York van een brug lijkt te zijn gesprongen, wordt in een steeds koortsachtiger plot behoorlijk bevredigend opgelost. Maar belangrijker is hoe fraai Brundage de (doka)driehoeksverhouding schetst tussen hem, kamergenoot/rivaal Julian Ladd, die genoegen moest nemen met een (lucratieve) reclamecarrière, en hun beider workshopgenoot-annex-jeugdliefde Madga Pasternak, die met Julian trouwde. Hoe Rye twintig jaar later probeerde Magda’s heroïneverslaafde zoon Theo te redden. En het sfeervolle proza, waarin Brundage die verhaallijnen verbindt met haarscherpe observaties over fotografie en het leven.

DIRK-JAN ARENSMAN