Je leest dit artikel gratis. Wil je meer van de VPRO Gids? Neem een abonnement. Nu 12 weken voor slechts 10 euro. Ik wil meer lezen →
Boekje voor het bloeden
Omdat de omzet van boekhandels de afgelopen maanden flink kelderde, riep het CPNB mensen op lokale boekwinkels te steunen. Een sympathieke actie, maar staan boekverkopers wel te trappelen om thuis te bezorgen? ‘Je gaat van niks naar bijna niks.’
Op een normale zaterdag zou het bij boekwinkel Van der Velde ’s morgens al flink druk zijn geweest. Op deze zonnige maar ijskoude zaterdag staan er drie mensen voor de etalage naar de boom van Coco te kijken. Het vogeltje uit het populaire prentenboek van Loes Riphagen heeft in Leeuwarden haar eigen boom, gemaakt door een trouwe klant.
Het is dezelfde zonnige maar ijskoude zaterdag waarop een lange stoet aan schrijvers onze minister-president in een paginagrote advertentie in de krant oproept ‘op de kortst mogelijke termijn tot een verantwoorde heropenstelling van de Nederlandse boekhandel te komen’.
Boeken worden er genoeg verkocht, maar het zijn vooral de webreuzen die daar garen bij spinnen. Hun omzet steeg in 2020 met 27 procent, terwijl boekhandels vanaf half december een omzetdaling van negentig procent noteerden ten opzichte van vorig jaar. Daarom begon het CPNB op 14 januari een campagne waarin mensen werden aangespoord hun lokale boekhandel te steunen. Schrijvers als Roxane van Iperen en Tommy Wieringa wezen er in radiospotjes op dat boekverkopers stonden te trappelen om boeken thuis te bezorgen. Maar is dat ook echt zo? Hoe leuk vinden die boekverkopers het om in regen of vrieskou op de fiets te stappen om in een buitenwijk Obama of Jessica Durlacher af te leveren?
Om dat uit te vinden gaat voor de verslaggever vanochtend de deur open. Op de duizend vierkante meter winkelvloer zouden normaal gesproken honderden mensen rondlopen. Vandaag zijn het er acht. Ze zijn aan het balansen, nemen de telefoon op, verwerken onlinebestellingen, versturen tikkies en geven de planken een sopje. Want de 150 mensen die bij de vestigingen van Van der Velde in dienst zijn, maken gewoon hun uren.
Operatietafel
Uit betrouwbare bron hebben we over een boekwinkel in Arnhem gehoord dat de medewerkers daar in pyjama naar hun werk komen, maar zo bont maken ze het in Leeuwarden niet. ‘Daarvoor is het hier te koud,’ zegt Ronnie Terpstra. ‘Dit is een grote winkel. Maar er zijn wel collega’s die hun pantoffels meenemen.’
Terpstra is behalve verkoper ook inkoper. Hij koopt centraal in voor alle vestigingen. De grootste zelfstandige boekwinkelketen van Nederland heeft een eigen magazijn en een vrachtwagentje dat elke dag rondrijdt langs alle acht winkels. Wat in Leeuwarden niet op voorraad is, staat misschien wel in Groningen, Drachten of Assen. Zo hoef je niet alles bij het Centraal Boekhuis te bestellen. Gezamenlijk hebben ze een behoorlijke voorraad.
Hoe gaat het hier sinds die campagne van het CPNB? Is het een gekkenhuis? Ja en nee. De onlineverkoop is inderdaad verveelvoudigd, maar het is nog steeds maar een fractie van wat ze normaal omzetten, vertelt Terpstra. ‘Dat offensief van het CPNB is heel sympathiek, maar in de praktijk betekent het dat je van niks naar bijna niks gaat. Als je een uur open bent, heb je dezelfde omzet als we nu op een goeie dag hebben. Het kachelt er echt met tonnen uit hier.’
Dat neemt niet weg dat ze blij zijn met alle bestellingen. Het is beter dan niks, en ze hebben wat te doen. Yfke Schooleman, filiaalmanager en verantwoordelijk voor de kinderboekenafdeling, heeft vanochtend een stapel ‘bedankt-voor-uw-bestelling-en-veel-leesplezier’-kaartjes zitten schrijven. Nu staat ze De heilige Rita en Otmars zonen in te pakken. Ze wijst op de grote tafel midden in de winkel. ‘Dit noemen we de operatietafel. Hier liggen de pakjes die we zelf bezorgen.’ Op een plattegrond van de stad zijn de postcodegebieden omcirkeld in verschillende kleuren om zo de pakjes te ordenen die enigszins bij elkaar in de buurt bezorgd moet worden.
Noodoplossing
Klanten vinden het prachtig. Zo prachtig dat wordt gevreesd dat sommige straks niet meer naar de winkel komen als die weer open mag. ‘Mensen zijn nu gewend dat ze de boekhandel mailen en dat hun boek dezelfde dag nog wordt bezorgd,’ zegt Terpstra, ‘terwijl dat voor ons een noodoplossing is. Als we straks weer open zijn, hebben we geen tijd meer om op de fiets te springen.’ Er zijn sowieso nogal wat klanten die trots zijn op het feit dat zij gehoor gaven aan de oproep bij hun lokale boekhandel te bestellen. Ze willen graag geprezen worden omdat ze voor de goeie zaak bezig zijn.
Natuurlijk zijn ze daar in Leeuwarden blij mee, maar het voelt een beetje overdreven om iedere klant te bedanken voor zijn klandizie. ‘Je kunt het ook als vanzelfsprekendheid beschouwen om bij ons te bestellen,’ vindt Terpstra. ‘Soms bellen ze na twee dagen om te vragen waar hun pakje blijft en dan zeggen ze er altijd even bij dat ze het allang in huis hadden gehad als ze het bij Bol hadden besteld. Maar wij hebben hier niet alles op voorraad. Als iemand drie boeken bestelt, kan het zijn dat wij er hier twee hebben en dat die derde uit Groningen moet komen. Dan sturen we ze in één keer toe en is de klant teleurgesteld, want die zat te wachten op de fietsende boekverkoper. En als je wel langskomt, zijn ze soms teleurgesteld dat je niet binnen een uur op de stoep stond. Want iemand heeft dat op Facebook gezet, dus denken ze dat het altijd zo snel gaat.’
Maar er zijn ook veel dankbare klanten. Zoals de meneer uit Snakkerburen met zijn grote moestuin. Die stuurde de bezorger met een fietstas vol prei naar huis. Overigens kreeg de collega van de kledingzaak twee deuren verderop van diezelfde meneer ook een tas prei mee toen ze een paar schoenen kwam afleveren.
Boek en kat
Straks gaan we fietsen, maar eerst kijken we even wat Yfke Schooleman en Ilse Vellema in hun boodschappentas stoppen. Zij gaan zo op pad voor de wekelijkse fotoshoot.
‘Elke zaterdag zetten we de nieuw binnengekomen boeken op onze sociale media en daar proberen we iets leuks bij te bedenken. In de winkel zijn we wel een beetje door de plekjes heen, dus gaan we naar buiten,’ legt Vellema uit terwijl ze Indisch requiem van Tomas Ross en Booker Prizewinnaar Shuggie Bain van Douglas Stuart in haar tas stopt.
‘Op Instagram is het niet genoeg om gewoon een foto van een boek te posten. Je moet er iets grappigs mee doen. Het liefst iets met een kat. We hadden een kat die heel vaak in de winkel kwam. Op foto’s met die kat stroomden de likes binnen. Zelfs als er geen boek op stond.’ Helaas moet de winkel het inmiddels zonder deze vaste bezoeker stellen. Vorig jaar vertrok hij naar de eeuwige jachtvelden. Boven het koffiezetapparaat staat een ingelijste foto.
‘Is hier een Indisch restaurant in de buurt?’ vraagt Schooleman zich intussen af. ‘Misschien kunnen we daar dat boek van Tomas Ross fotograferen.’ ‘Jamuna!’ roept een collega uit een andere hoek van de winkel. ‘Dat is Indiaas,’ zegt Terpstra. ‘Dat luistert nauw hoor.’
Intussen zit Silke Middendorp aan de telefoon. Zij staat de klanten te woord die er op de website niet uit komen. De een wil met een girobetaalkaart betalen, een ander kan dat Nijntjeboekje met die rooie ballon niet vinden op de site. Intussen komt er een bestelling binnen, The Sacred Sex Rites of Ishtar: Shamanic Sexual Healing and Sex Magic van Annie Dieu-Le-Veut. Deze koper heeft pech. Het is niet op voorraad. Algemene relativiteitstheorie voor baby’s bleek nog wel in huis. Dat gaat naar Woerden.
Verzendkosten
De bestsellers, die lopen wel door. De honderd bestelde exemplaren van de nieuwe Jessica Durlacher waren snel uitverkocht, maar hoe moet het met de minder bekende schrijvers? Terpstra wijst op Raaf, een pas verschenen debuut van Roos Vlogman. Hij las het met plezier. In de winkel zou hij het misschien aan iemand kunnen verkopen, maar zonder direct contact wordt dat lastig.
‘Mensen weten allemaal al wat ze willen. Ik heb een paar vaste klanten die zeggen: kies jij maar twee of drie boeken uit en stuur me een tikkie. Maar normaal gesproken neem je iemand bij de hand en zeg je: vond je dat goed, dan moet je dit eens proberen. Zo verkoop je boeken.’
Rutger van der Velde komt binnen. De achterkleinzoon van Rinze, die in 1892 de boekhandel waar hij werkte overnam, is de laatste Van der Velde in het bedrijf. Hij heeft geen opvolger. Van der Velde is eigenaar, maar staat zelf ook geregeld in de winkel. Een jaar geleden stond zijn bedrijf er uitstekend voor. Nu wordt hij af en toe bevangen door paniek als hij naar de slinkende bankrekening kijkt. Van een collega in Utrecht hoorde hij hoe die ’s avonds 140 kilometer rijdt om pakjes rond te brengen.
‘Mensen realiseren zich niet dat wij die verzendkosten moeten betalen. In december werd alles gratis opgestuurd, na 1 januari is verzending gratis vanaf vijftien euro. Maar dan nog zijn mensen vaak boos dat ze verzendkosten moeten betalen, want bij Bol hoeft dat niet. Net zoals we laatst gelijk slechte reviews kregen toen er een cyberaanval op de website was. Op donderdag ging die actie van het CPNB van start en dezelfde avond hebben een paar vervelende nerds een DDoS-aanval op de Libriswebsite uitgevoerd. Mensen werden meteen boos: moet ik mijn lokale boekhandel steunen, doet de website het niet. Nou, ik ga wel naar Bol.’
Leuteren over boeken
Tijdens deze tirade van de baas staat Ronnie Terpstra leesbrillen uit de brillenmolen te fotograferen. Toen hij gisteren patat ging halen, vertelde de eigenaar van de snackbar dat haar leesbril kapot was. Ze heeft haar nummer op een kroketzakje geschreven, straks fietst hij die brillen even langs. Maar eerst gaan we pakjes bezorgen. Alle boeken worden ingepakt in cadeaupapier, met boekenlegger en een handgeschreven kaartje. Daarna gaan ze in een stevige kartonnen envelop. Al die extraatjes kosten geld. Van het cadeaupapier tot de enveloppen, de boekhandel betaalt de rekening. ‘Gratis bestaat niet,’ zegt Terpstra. ‘Een boek versturen kost al gauw zeven euro, dus op elk boek dat wij rondfietsen verdienen we in elk geval zeven euro.’
De eerste klant is een mevrouw die naast de autobiografie van Obama ook een e-book van Simenon had besteld. ‘Maar ik heb een probleem, want ik krijg het niet op mijn e-reader. Het staat nu wel op mijn desktop.’ Terpstra betuigt zijn medeleven en adviseert haar de winkel te bellen. Misschien kan meneer Van der Velde haar verder helpen. Wij moeten door want de fietstas is nog lang niet leeg.
Het geluk is vandaag met de bezorger. Iedereen is thuis. Met een beetje pech moet je nog een keer fietsen, of het alsnog per post versturen. Als het laatste pakje is afgeleverd, warmen we ons op in de winkel, waar Terpstra nog wel even kwijt wil dat zo’n gesloten winkel weliswaar niet vrolijk stemt, maar ook weer niet het einde van de wereld is.
‘Toen we nog open waren, zaten we met verplichte mandjes en spatschermen en mensen die geen afstand hielden omdat ze het allemaal onzin vonden. Toen stonden we ook al voornamelijk achter de balie. We zijn eigenlijk al een jaar lang niet aan het doen wat we het leukste vinden: leuteren over boeken en zorgen dat ze er een beetje leuk bij liggen. Maar een boek bederft niet en je hoeft het niet in de kliko te gooien. Dus het kan altijd erger.’
Cadeautje!
Je leest dit artikel gratis. Wil je meer van de VPRO Gids? Neem een abonnement. Nu 12 weken voor slechts 10 euro. Ik wil meer lezen →