Al als vijftienjarige op de Christelijke Scholengemeenschap Assen was Frank Westerman zo gebiologeerd door het zicht dat een telescoop in de ‘sterrenkoepel’ op het schooldak op het hemelgewelf bood, dat hij de maar half geïnteresseerd meekijkende pubergodin Jacinta er glad door vergat. In De kosmische komedie (Querido Fosfor) schrijft hij ruim veertig jaar later met aanstekelijk enthousiasme over talloze aspecten van het reiken buiten de dampkring, in de vorm van sterrenkunde en ruimtevaart. Een associatieve ‘science-non-fictie’-tocht die voert langs onder meer Franeker, Moskou en Venetië, en langs de verhalen van Galileo Galilei, planetariumpionier Eise Eisinga en eerste ruimtewandelaar Aleksej Leonov. Terugkerende uitvalsbasis: de Westerbork-sterrenwacht, symbool van de mens als kosmosverkenner én diens verrassende verwevenheid met nazisme en fascisme.
DIRK-JAN ARENSMAN