VPRO Gids 10

5 maart t/m 11 maart
Pagina 14 - ‘Vamos a los 80s’
papier
14

Cadeautje!

Je leest dit artikel gratis. Wil je meer van de VPRO Gids? Neem een abonnement. Nu 12 weken voor slechts 10 euro. Ik wil meer lezen →

Vamos a los 80s

Hugo Hoes

Na zijn talkshowreeks over de jaren negentig met Marijn Frank en Henny Huisman komt regisseur Jorne Baard nu met de fraaie geschiedenisserie Een programma over de jaren tachtig. ‘Televisie is toch een soort theater.’ 

Jorne Baard

Regisseur Jorne Baard doet alles net even anders. Zo liet hij in Ersin in Wonderland gids Ersin Kiris de wereld ontdekken als toerist én als journalist. En in Een programma over de jaren negentig, dat zich in een Chinees restaurant afspeelt, zagen we Henny Huisman wekelijks uit een vrieskist klimmen. Raar maar leuk, en ook Baards nieuwe serie Een programma over de jaren tachtig zit vol verrassingen, zo bleek toen we hem spraken.

‘Het is ook wel leuk als kijkers het programma anders ervaren dan hoe ik het bedoeld heb’

Jorne Baard

De jaren tachtig in vier afleveringen. Dat is tweeënhalf jaar per keer.

Baard: ‘Zo benader ik het niet. Het is geen canon.’

Wat is het wel?

‘Dit is voortgekomen uit de serie Een programma over de jaren negentig met Marijn Frank en Henny Huisman. De omroep vond die wel tof, waarna men vroeg of ik wilde nadenken over een programma over de jaren tachtig. Leuk natuurlijk, maar ik wilde niet nog 25 keer chinees gaan eten en dus heb ik een totaal ander plan geschreven. Deze serie heeft werkelijk helemaal niets te maken met de vorige. De jaren negentig waren de jeugdjaren van Marijn en mij en daarom was het makkelijk om onderwerpen te kiezen. Ik ben van 1985, dus ik heb geen actieve jeugdherinneringen aan de jaren tachtig. Daar komt bij dat dat decennium al veel vaker is beschreven en besproken, waardoor de uitdaging om met nieuwe perspectieven te komen bij deze serie groter was. Dat doen we vrij letterlijk. De Koude Oorlog en geopolitiek spelen een grotere rol dan in de jaren negentig, toen er niet zo vreselijk veel aan de hand was.
Dat komt vanzelf naar voren en het zit ook in de vorm en de onderwerpkeuze. Neem de bom in de eerste aflevering. Een superafgezaagd onderwerp, maar ons verhaal hierover is wel best nieuw, want het draait om de gedachtewereld van de piloten die klaarstonden met die kernbommen. Andere afleveringen gaan over de Winterspelen in Sarajevo, Vietnamese bootvluchtelingen
en hongersnood in Ethiopië, maar dan anders. Hoe werken herinneringen
en wat wil je je herinneren? We spelen met perspectieven en wat dat
betreft lijkt dit meer op Ersin in Wonderland. Elke aflevering heeft een voiceover van een ooggetuige en Teun van de Keuken zorgt voor de journalistieke blik.’

Een geschiedenisprogramma dus.

‘Ja, veel meer dan Een programma over de jaren negentig. Dat dreef ook op absurdisme en het idee van een talkshow, alleen heeft helemaal niemand dat erin gezien (lacht). Ik dacht: waarom zitten ze bij al die praatprogramma’s altijd in zo’n saaie studio? Kan toch veel leuker. Het concept is uiteindelijk gewoon twee mensen die zitten te praten.’

Net zo suf als wij hier nu zitten met z’n tweeën.

‘Niet per se suf. Gesprekken in de studio hebben altijd dezelfde sfeer en in de arena van een restaurant kan het echte leven erdoorheen lopen. Een deel van de lol was toen dat we dingen lieten gebeuren. De biotoop benutten om mensen af en toe wakker te schudden, geintjes uit te halen of iets in herinnering te brengen. Cameraman Jackó van ’t Hof, die niet genoeg geprezen kan worden, heeft dezelfde humor. Hij noemt het variaties op een thema. Eerst op een reisprogramma, toen op een talkshow en nu op een geschiedenisprogramma. Dat niemand dit er uiteindelijk in zag, daar zit ik niet echt mee. Het is ook wel leuk als kijkers het programma anders ervaren dan hoe ik het bedoeld heb. Zolang ze maar gefascineerd zijn door wat ze zien. Gisteren zag ik nog een shot van Henny Huisman die naar een lampion kijkt in een Chinees restaurant. Leuk. Het gaat om de lol. Zeker toen. En nu ook. Eigenlijk altijd. Natuurlijk hoop je dat kijkers het mooi, grappig of ontroerend vinden, maar dat weet je toch nooit van tevoren. Ik weet ook niet altijd waarom iets leuk is. Bij Een programma over de jaren negentig was het opzettelijk klieren met de conventies van televisie en het verwachtingspatroon van de kijker. Dat doen we nu een stuk minder, maar het zit er nog steeds in hoor, haha. Deden we in Ersin in Wonderland ook. De aflevering over Curaçao begon met iemand die met een parachute in een boom hangt. Vind ik leuk. Daarna gaat hij vragen waar hij is. Alsof er een marsmannetje is geland.’

‘Het zomerhitje “Vamos a la playa” gaat over de bom, al weet bijna niemand dat’

En de bom?

‘O ja, die bom. Dat onderwerp kwam door “Vamos a la playa”, een zomerhitje uit 1983 van het duo Righeira. Dat gaat over de bom, al weet bijna niemand dat. Is ook niet zo gek want “vamos a la playa” komt 55 keer voorbij en er zijn maar een paar regels over de bom. Zo van: we zitten lekker onder de blauwe lucht op het strand met een sombrero op en die bom maakt ons niet uit. Postapocalyptisch. Je verwacht ook niet dat zo’n vrolijk liedje hierover gaat. Bij popmuziek en de bom denkt iedereen aan Doe Maar en Nena, al zijn er natuurlijk veel meer protestnummers. Zo’n onschuldig dansliedje over een nucleaire explosie, nou dan heb je mij wel te pakken. Bovendien was het in als-dan-scenario’s over de nucleaire wapenwedloop altijd een kernoorlog die alles voorgoed naar de kloten helpt, terwijl er ook een lullig ongeluk kan gebeuren. Zoals in Spanje, waar ooit een bommenwerper met atoomwapens op het strand neerstortte. Dat verhaal kende ik niet, en de researcher, de cameraman en Teun ook niet. Niemand wist dat.’

‘Televisie is één grote poppenkast waaraan ik op mijn manier een bijdrage probeer te leveren’

Hoe wist u het dan?

‘Een totale toevalstreffer. Toen mijn ouders een keer kwamen oppassen, vertelde ik over “Vamos a la playa” en dat dit eigenlijk over de bom gaat. Mijn vader, die op de grond met m’n zoontje zat te spelen, mompelde toen: “Ja, bommen op het strand, dat is een keer gebeurd.” Ik vroeg: “Wat zeg je nu?” Hij: “Aan de Costa del Sol of zo.” Dat zat nog in zijn geheugen en toen we dat gingen uitzoeken bleek het nog te kloppen ook. In de jaren zestig tijdens het bijtanken in de lucht gebeurde er een ongeluk waarbij een toestel met vier atoombommen neerstortte en twee bommen beschadigd raakten. Geen grote ramp, al is de grond is er nog steeds vervuild. Het is geen bekend verhaal omdat Franco dat destijds allemaal onder de pet hield. Zelfs de zanger van Righeira kende het niet. Het zit niet in het collectieve geheugen en hoe dat komt wordt in de show uitgelegd.’

De show?

‘Zo noem ik het soms gekscherend. Dat is spreektaal. Uiteindelijk is het toch een soort theater. Televisie is één grote poppenkast waar ik met verbazing naar kijk en waaraan ik op mijn manier een bijdrage probeer te leveren.’

Show is toch niet negatief?

‘Er zit wel iets laconieks in.’

Daar denken ze bij Endemol heel anders over.

‘Maar dat is een andere wereld. Wat wij doen is een beetje theatraal en achter de schermen noemen we het vaak amateurtoneel. Als ik na een opnamedag met de cameraman naar huis rij, is het soms van: het was weer leuk amateurtoneel vandaag. Dat ís het toch ook. Ik ben geen kenner, heb er niet veel verstand van en dat hebben de mensen die we filmen ook niet. Het is speels en kleinschalig.’

En Teun van de Keuken vertolkt de hoofdrol in uw theater?

‘Hij is de interviewer. Een vrij traditionele rol om nog enig houvast te bieden. Nee, dat is flauwekul. Er zitten ook gewoon mooie interviews in. Dat is een vak en Teun is een heel goede journalist. Bovendien is hij historicus en daarom wist ik dat hij het leuk zou vinden.’

Is hij makkelijk te regisseren?

‘Teun heeft een bepaalde interviewtechniek, maar dit is totaal anders dan wat hij normaal maakt. Dit zijn persoonlijkere interviews en daarmee heb ik hem willen helpen. Het is ook leuk om te kijken of je iets heel anders met iemand kunt doen. Hem uit een ander vaatje laten tappen, rustiger en nonchalanter. Niet de kritische verslaggever zijn, want dat is helemaal niet nodig, en afleren om snel to the point te komen. Juist een beetje meanderen om die ander zo goed mogelijk op een voetstuk te plaatsen. Ruimte geven. Teun is welbespraakt, denkt snel en kan ad rem zijn. Ik heb hem ook gezegd dat hij misschien niet zo perfect moet formuleren tegenover mensen die geen media-ervaring hebben. Als iemand aan de andere kant van het land een getapte Amsterdamse interviewer op bezoek krijgt die snel praat, makkelijk uit zijn woorden komt en overal bovenop zit, kan dat intimiderend zijn. Dat is het sowieso al als je op camera bevraagd wordt over iets wat je ooit hebt meegemaakt. Als je dan ook nog dominant het gesprek in gaat, kruipt iemand in zijn schulp en dat is juist niet de bedoeling. Gelukkig wil Teun ook wel leren.’

'Ersin in Wonderland' kreeg een Nipkow-nominatie. Wat heeft dat opgeleverd?

‘Een leuke borrel. haha. Het was hartstikke leuk omdat het mijn eerste programma was, maar ik weet niet of voorstellen nu sneller gehonoreerd worden. Wat wij doen is toch een niche en ik hoop dat daar een plekje voor blijft. Dus als je daar applaus voor krijgt, hoop je dat het door de juiste mensen wordt gezien of gehoord. Zo sneu is het wel.’