VPRO Gids 14

2 april t/m 8 april
Pagina 18 - ‘Ongehoord in de jeugdzorg’
papier
18

Cadeautje!

Je leest dit artikel gratis. Wil je meer van de VPRO Gids? Neem een abonnement. Nu 12 weken voor slechts 10 euro. Ik wil meer lezen →

Ongehoord in de jeugdzorg

Inge ter Schure

In 'Jojanneke en de jeugdzorgtapes' vertellen jongeren welke invloed een uithuisplaatsing heeft op hun leven. Soms raken kinderen zo beschadigd dat ze niet meer willen leven. ‘Het systeem ontmenselijkt jongeren.’

Doke

Media richten hun blik steeds vaker op de jeugdzorg. Vorig jaar verschenen de indrukwekkende documentaires Goede moeders en Jason, Danny Ghosen dook eerder dit jaar met zijn programma Danny’s wereld in de gesloten jeugdzorg. En nu is er de zesdelige EO-reeks Jojanneke en de jeugdzorgtapes, waarin elf jongeren laten zien wat een uithuisplaatsing met hun leven doet. Het beeld dat deze programma’s schetsen van de Nederlandse jeugdzorg is somber: wie eenmaal in de jeugdzorgmolen belandt, komt daar bijna niet meer uit. 75 procent van de jongeren krijgt er te maken met psychisch of fysiek geweld, bijna tachtig procent van de jongeren die in een gesloten jeugdzorginstelling hebben gezeten, zegt daar slechter uit te zijn gekomen dan ze erin gingen.

‘Er wordt niet gekeken hoe je jongeren het best kunt helpen, maar hoe het geld het best verdeeld kan worden’

Peer van der Helm

Jojanneke en de jeugdzorgtapes is geen aanklacht tegen de mensen die in de jeugdzorg werken,’ zegt programmaker Jojanneke van den Berge. ‘Er zitten rotte appels bij, maar ook heel veel mensen die een groot hart hebben voor kinderen, die keihard werken en continu te maken krijgen met onderbezetting. Het is wel een aanklacht tegen de mensen die het systeem vormgeven. Daar zit het probleem.’

‘Zodra een kind uit huis wordt geplaatst, is niets erop gericht het kind weer thuis te krijgen,’ zegt Peer van der Helm, lector Residentiële Jeugdzorg aan Hogeschool Leiden. ‘Ik noem het de lopende band naar de gesloten jeugdzorg: als je er eenmaal op zit, zie er dan maar weer vanaf te komen.’ Van den Berge herkent dit. ‘Een jongere zakt steeds verder weg in het systeem. Jeugdzorg heeft de wettelijke verplichting om zich in te spannen om kinderen weer thuis te krijgen, maar voldoet daar niet aan. In de serie volg ik Nando, hij heeft inmiddels op 21 verschillende plekken gezien. En hij is geen uitzondering. Probeer je dan nog maar eens aan iemand te hechten.’

Weeffouten

In dat jeugdzorgsysteem zitten allerlei weeffouten. In de aanpak van problemen bijvoorbeeld, zegt Van der Helm. ‘Een gebroken been heel je door er zes weken langs gips omheen te doen. Dat medische denken is ook de jeugdzorg ingeslopen. Maar veel jongeren hebben complexe problemen en daarbij werkt die aanpak niet. Laatst sprak ik de moeder van een meisje met een eetstoornis dat in zes maanden tijd in vijf klinieken heeft gezeten. Naast een eetstoornis heeft zij ook een depressie en suïcidale gedachten. Zo’n eetstoorniskliniek kan daar niet mee uit de voeten en stuurt het meisje weg.’ Bovendien, constateert Van der Helm, is geld belangrijker geworden dan mensen. ‘Er wordt niet gekeken hoe je jongeren het best kunt helpen, maar hoe het geld het best verdeeld kan worden. En de politiek zegt al jaren dat de sector de problemen zelf moet oplossen, maar omdat er zoveel financiële belangen zijn, gebeurt dat niet.’

In Nederland worden jaarlijks 19.000 jongeren uit huis geplaatst. Hoge aantallen, vergeleken met de rest van Europa. Jojanneke van den Berge schrok van de verhalen die ze tegenkwam. ‘Ik was altijd in de veronderstelling dat kinderen in goede handen waren bij Jeugdzorg. Maar tijdens het maken van mijn vorige programma, Jojanneke in de prostitutie, bleken alle jongeren die ik sprak een jeugdzorgverleden te hebben. Allemaal hadden ze verschrikkelijke dingen meegemaakt. Misbruik, mishandeling, maar ook psychisch geweld.’

Tweedehands

Kinderen die uit huis worden geplaatst, komen terecht in pleeggezinnen, gezinshuizen of jeugdzorginstellingen. De gesloten jeugdzorg is de laatste halte in het traject. Kinderen die geen delict hebben gepleegd, komen hier achter slot en grendel te zitten. Berucht zijn de isoleercellen waar jongeren in gestopt kunnen worden om ‘af te koelen’. Maar ook wanneer iemand suïcidale gedachten heeft, kan de groepsleiding ervoor kiezen om een jongere in de isoleercel te plaatsen. Jarenlang heeft de politiek beloofd dat in 2022 alle isoleercellen verdwenen zouden zijn uit de gesloten jeugdzorg, maar dat is niet gelukt.

Jamie

De verhalen die de jongeren in het programma vertellen zijn pijnlijk. We zien Doke van vijftien, die met haar moeder ondergedoken zit omdat ze nooit meer in een jeugdzorginstelling wil belanden. ‘Dan maak ik een einde aan mijn leven.’ En Jamie, die op zijn vierde in slaap viel in een buggy en wakker werd in een vreemde omgeving met vreemde mensen. Hij is nu zeventien. Zijn moeder heeft hij sinds zijn vierde niet meer gezien. Eli van 27 is zo beschadigd geraakt dat ze niet meer wil leven. Ze zit in een euthanasietraject, de jurk voor haar uitvaart hangt al klaar. Wanneer ze de jurk aantrekt, verwoordt Eli treffend de pijn van heel veel kinderen. ‘Deze jurk is tweedehands, daarom past ie zo goed bij me. Ik heb me ook altijd tweedehands gevoeld.’

Strijdlust

Ondanks die pijnlijke verhalen was het niet moeilijk om jongeren te vinden die mee wilden werken, merkte Jojanneke van den Berge. ‘Ik vind het heel bijzonder dat al die jonge mensen zo gedreven zijn om de jeugdzorg te veranderen. Allemaal hebben ze hun eigen trauma’s, maar ze willen heel graag iets veranderen voor de kinderen die na hen in het systeem terechtkomen. Dat vind ik ontzettend liefdevol.’ Die grote bereidheid komt misschien doordat de jongeren nu eindelijk een stem krijgen, denkt Van den Berge. ‘Kinderen in de jeugdzorg voelen zich niet gehoord. Ze hebben het idee dat er nooit naar hen geluisterd wordt. Het systeem ontmenselijkt hen, geeft hun het gevoel dat ze er niet toe doen. Dat is vreselijk.’

‘Ik schaam me ervoor dat we in zo’n rijk land wonen en kinderen met problemen tegelijkertijd in de kou zetten’

Jojanneke van den Berge

Peer van der Helm herkent dat. Als je hem vraagt wat een hulpverlener kan doen om het leven van een kind in de jeugdzorg aangenamer te maken, zegt hij stellig: ‘Luisteren. Ook na werktijd, want een crisis houdt zich niet aan werktijden van negen tot vijf.’ Denkt Van der Helm dat de aandacht in de media kan helpen om de jeugdzorg te veranderen? ‘Het is ontzettend moeilijk om het systeem om te gooien. Maar ik merk wel dat de groeiende aandacht leidt tot kleine verschuivingen. Dat rechters minder snel kinderen naar de gesloten jeugdzorg verwijzen. Dat gemeenten zich achter de oren krabben.’

Eli

Jojanneke van den Berge probeert met haar programma in ieder geval impact te hebben. ‘In de laatste aflevering gaan we naar Den Haag om te praten met politici en beleidsmakers. Ik hoop echt dat we een beweging op gang kunnen brengen. De strijdlust van de jongeren is in ieder geval groot. Ik denk dat er een moment komt waarop we zeggen: hoe heeft dit in godsnaam zo lang kunnen gebeuren? Ik schaam me er echt voor dat we in zo’n rijk land vol mogelijkheden wonen en dat we tegelijkertijd kinderen met problemen zo in de kou zetten en levens kapot maken. Maar ik zie steeds meer mensen die de strijd van de jongeren steunen. Dus ik heb hoop op verbetering.’

meer documentaires