Je leest dit artikel gratis. Wil je meer van de VPRO Gids? Neem een abonnement. Nu 12 weken voor slechts 10 euro. Ik wil meer lezen →
Kijken in het buitenland met Stefan Brijs
De Vlaamse schrijver Stefan Brijs (52) woont met zijn vrouw Melanie al acht jaar op een berg in Andalusië, vlakbij Los Romanes, een klein dorpje ten oosten van Malaga.
‘Toen we hier kwamen wonen stond er een ouderwetse antenne en konden we alle Spaanse zenders ontvangen. Dat signaal is vier jaar geleden afgeschaft en er ligt hier geen kabel, dus we kijken alles via wifi. We hebben AppleTV, Netflix, HBO, Amazon Prime en ook nog een soort Spaanse Netflix en de app van RTVE, de Spaanse publieke omroep. De verbinding is niet fantastisch, deze week hopen we via de satelliet een snellere te krijgen.’
‘We kijken om zeven uur naar het Belgische nieuws en om acht uur naar het Nederlandse journaal. Om dan ook nog naar het Spaanse nieuws te kijken is wat veel. Dat is ook erg enerverend: vervelende achtergrondmuziekjes, ze springen van de hak op de tak en het mist een zekere objectiviteit. Met corona was de publieke omroep bezig mensen angst aan te jagen, zodat sommige Spanjaarden zelfs met deze hitte nog steeds met mondmaskers rondlopen. Morgen wordt het 37 graden, maar onze poetsvrouw draagt twee mondmaskers.’
‘We zien veel Spaanse films en series. Er zijn tientallen originele Spaanse series, veel meer dan La casa de papel. Helaas is 95 procent van de Spaanse Netflixseries verschrikkelijk dom. Toen ons Spaans nog niet zo goed was, keken we naar Cuéntame cómo pasó – een soap die 22 seizoenen telde, elke dag een halfuur, ideaal om ons Spaans bij te spijkeren. Wat Spanje wel goed doet, zijn historische series. Zoals Isabel, over koningin Isabella van Castilië, en Carlos, over Karel de Vijfde. Prachtig, zowel qua aankleding als scenario.’
‘Een van de nadelen van hier wonen is dat ik tijdens een voetbalwedstrijd ineens een appje kan krijgen van iemand dat het 1-0 is, terwijl het bij mij nog 0-0 is. Alles gaat met vertraging. Wielrennen zie ik ook graag. Als ik tot drie uur heb geschreven mag ik daarna naar de Tour kijken. Daar gebeurt het ook. Hoor ik via via wie er gewonnen heeft en zie ik het twee minuten later pas gebeuren.’