‘Ik lees dagelijks The New York Times via de app en daarna scan ik nog wat door The Wall Street Journal of The Washington Post. Op The New Yorker heb ik een abonnement, al kom ik lang niet al die taaie stukken door. Maar soms zijn ze heel goed, laatst bijvoorbeeld het artikel van Jia Tolentino over de nieuwe realiteit rond abortus in Amerika. De budgetten zijn bij veel Amerikaanse media duidelijk groot, waardoor redacteuren echt tijd hebben om dingen uit te diepen. Dat zou ik de Nederlandse journalistiek ook gunnen.’
Kijken in het buitenland met Madeleijn van den Nieuwenhuizen
Madeleijn van den Nieuwenhuizen (1991) is schrijver, rechtshistoricus en mediacriticus, bekend van haar Instagramaccount @zeikschrift. Ook presenteert ze Mediastorm en heeft ze een column in NRC. Ze woont sinds 2016 in New York en geeft daar les aan de City University.
‘Ik probeer regelmatig de praatprogramma’s van Fox News te kijken. Vooral in de sportschool, hoewel daar soms wat schermutselingen ontstaan over de afstandsbediening, haha. Via Fox houd ik feeling met de conservatieve onderbuik van de VS, wat ik als rechtshistoricus en Amerikakenner als mijn verantwoordelijkheid zie. Andere nieuwszenders zoals CNN kijk ik eigenlijk nauwelijks: de entertainmentsaus die daar zelfs over het ergste nieuws wordt gegooid vind ik gewoon onverdraaglijk. Ik kan er niet aan wennen, het is net een gokkast: overal flikkerende lichtjes, snelle montage, geluidjes, tuh-duh-dum… Dan lees ik liever een rustige analyse in de krant.’
‘Als ik een beetje heimwee heb, zet ik NPO Radio 1 op. Verder heb ik een Nederlandse vriendin in New York die net zo’n medianerd is als ik, en met haar houd ik af en toe een nostalgische zaterdagavond waarbij we een fles wijn opentrekken en hele oude Pauw & Witteman-afleveringen kijken op NPO Start! Echt waar, haha. Sommige talkshowgasten blijken gewoon al decennialang aan te schuiven: Henny Huisman bijvoorbeeld – bijna als een relikwie, of zo’n McDonald’s-hamburger die er jaren na aankoop nog precies hetzelfde uitziet. Maar het is dus ook heel interessant hoe lang de interviews destijds waren: zomaar vijftien minuten per tafelgast, een verademing echt. Het lijkt me geen slecht idee als talkshowredacteuren van nu eens de archieven in duiken om te zien hoe het ook kan. Niet in alle opzichten, hoor, want er zaten toen dus wel haast alleen maar mannen aan tafel.’