VPRO Gids 43

22 oktober t/m 28 oktober
Pagina 14 - ‘Leven van de zon’
papier
14

Cadeautje!

Je leest dit artikel gratis. Wil je meer van de VPRO Gids? Neem een abonnement. Nu 12 weken voor slechts 10 euro. Ik wil meer lezen →

Leven van de zon

Hans van Wetering

Designer Marjan van Aubel onderzoekt hoe we de postfossiele toekomst vorm kunnen geven met behulp van de zon. We spraken Aubel tijdens de eerste Solar Biënnale, die ze samen met Pauline van Dongen organiseerde in Rotterdam. ‘De zon kan overal in zitten, in allerlei objecten.’

Marjan van Aubel in haar studio

De koning wil zonnepanelen op het paleis, dus komen er zonnepanelen op het paleis. Dat zou je tenminste denken. Maar de afgelopen jaren bleek dat het zo simpel toch niet ligt. Willem-Alexander zag een stuk of wat paneeltjes op zijn woonpaleis Huis ten Bosch wel zitten, maar de Rijksgebouwendienst (RGB) bleek onvermurwbaar. Op de bijgebouwen dan misschien, opperde Willem voorzichtig, ondertussen mijmerend over vervlogen tijden waarin de koning zijn lakeien opdroeg wat te doen in plaats van andersom. Nee, bitste de RGB, en presenteerde een A4’tje vol termen als ‘rendement’, ‘efficiëntie’ en ‘terugverdientijd’. Een gevalletje ‘jammer maar helaas, sire’.

Rotterdam, 17 september. Op het Noordplein is een zogeheten oogstmarkt aan de gang: kraampjes met olijven en noten, biofriet, een (bestel)wagentje van ‘de afvalvrije kruidenier’. Takkeweer.

Aan de rand van het plein staat een bord met de tekst: ‘De zon stoot in een uur net zo veel energie uit als wij, de wereldbevolking, in een jaar gebruiken.’ Goed om te weten. Maar vandaag heb je er dus weinig aan.

Rituelen

‘Ik heb de koning een brief geschreven,’ zegt ontwerper Marjan van Aubel (1985), bekend van onder meer het ontwerp van het zonnedak van het Nederlands paviljoen op de Expo 2020 in Dubai.

Tijdens de oogstmarkt worden de laatste voorbereidingen getroffen voor ZONdag, een informatiemarkt waarop bezoekers worden uitgenodigd te reflecteren op de zon en zonne-energie. ZONdag is onderdeel van de eerste Solar Biënnale, een initiatief van Van Aubel en collega-ontwerper Pauline van Dongen dat begin september van start ging met The Energy Show – Zon, zonne-energie en menskracht, een tentoonstelling in Het Nieuwe Instituut in Rotterdam. Een door Van Aubel ontworpen solar pavilion op de Dutch Design Week, waarvoor zij dit jaar ambassadeur is, vormt het slotstuk.

‘De tentoonstelling is gericht op zonne-energie,’ zegt Van Aubel, terwijl ze haar paraplu dichtvouwt. ‘Vandaag gaat het vooral om de relatie die we met de zon hebben, om rituelen, om bewustwording.’

Ze wijst op een door haar ontworpen cirkelvormige sculptuur, die op het plein is neergezet en The Circle werd gedoopt. ‘Het idee is dat de zon overal in kan zitten, in allerlei objecten. Toen dacht ik: dan moet er ook een symbool zijn.’ Ze lacht. ‘Ik wist eerlijk gezegd niet dat het zó groot zou worden.’

‘Als we zonnecellen bijna overal in kunnen verwerken, wordt het efficiëntiecriterium vanzelf minder relevant’

Marjan van Aubel

Ons perspectief op zonne-energie is aan herziening toe, want het is volkomen technologisch, meent Van Aubel. ‘Zolang je uitsluitend naar efficiëntie en terugverdientijd kijkt, kom je uit bij die blauwe of zwarte panelenconstructies, maar inmiddels is er allerlei technologie waarmee je ook transparante of anderskleurige zonnecellen kunt maken, technologie die het mogelijk maakt zonnecellen in allerlei vormen en objecten te verwerken. En als we zonnecellen echt bijna overal in kunnen verwerken – in glazen gevels, in wegen, in gebruiksartikelen – wordt dat efficiëntiecriterium vanzelf minder relevant.’

Het beeld van een zonnepaneel als opzichzelfstaand object met één specifieke functie kan de prullenbak in, daar komt het op neer. Design en techniek moeten daarom samenkomen, meent Van Aubel. Bij nieuwe objecten moet het zelf opwekken van energie vanzelfsprekend onderdeel van het ontwerp zijn: solar design heeft de toekomst.

Paraplu

Vlak voor The Circle zijn yogamatjes neergelegd. De ‘dagvoorzitter’ van de ZONdag pakt een microfoon. ‘Ik zou het leuk vinden om een korte zonnegroetsessie met jullie te doen om de dag te beginnen. Je zit misschien te wachten op je kopje koffie of je hebt je boodschappen net gedaan…’

De filmploeg van VPRO Tegenlicht maakt zich klaar om een en ander vast te leggen, maar er is weinig animo. Alles is drijfnat.

‘Ik zou het wel leuk vinden als je meedeed,’ zegt regisseur Kees Brouwer tegen Van Aubel. Nee, zelf past hij. ‘Ik heb een goed excuus: ik ben aan het werk.’

Van Aubel aarzelt, geeft Brouwer haar paraplu en verdwijnt richting het yogaveldje. Een onheilspellend geluid zwelt aan.

‘Jammer van de regen. Die luifel boven de kraam helpt natuurlijk niet als je zo’n zonnecelletje wilt laden’

Standhouder Josser

‘Moet misschien associaties met outer space oproepen,’ suggereert Brouwer. Lachend vervolgt hij: ‘Je kunt natuurlijk gemakkelijk zeggen: dit is het geluid van de zon. Je kunt het toch niet checken.’

Brouwer begint over de koning, die geen zonnepanelen mocht (niet op zijn woonpaleis althans, op werkpaleis Noordeinde worden na jaren soebatten nu toch 191 paneeltjes geplaatst). Onlangs is de koning ook gaan kijken bij een eiland van drijvende zonnepanelen waar VPRO Tegenlicht filmde. Het eiland, het eerste in zijn soort ter wereld, is voor de kust van Scheveningen aangelegd. ‘Willem gaat er misschien echt iets over zeggen in de troonrede,’ zegt Brouwer. ‘Dat zou mooi zijn.’

Off the grid

‘Zonnestad’ staat even verderop boven een kar met een tafelblad waarop een stadsplattegrond is getekend. ‘Kinderen krijgen een windmolentje, een zonnepaneeltje en wat klei, en dan mogen ze daar iets van maken en dat op de plattegrond plaatsen,’ zegt standhouder Josser. ‘We staan veelal in arme wijken, via de kinderen bereiken we de ouders, dat is het doel. Hij houdt een houten bordje omhoog, waarin het woord ‘zon’ is uitgesneden in verschillende talen. ‘Dat herkennen de mensen. Dat gaat over mij, denken ze dan.’

Op de plattegrond ontwaar ik twee bruggetjes, een autootje en vormloze hompjes klei, een enkele met een amechtig draaiend molentje erbovenop: als prehistorische keien verdwaald in de stad, verdwaald in de tijd.

‘Jammer van de regen,’ verzucht Josser. ‘Die luifel boven de kraam helpt natuurlijk niet als je zo’n zonnecelletje wilt laden.’

‘Zo meteen is er een solar talk van Boudewijn Buitenhek,’ kondigt de dagvoorzitter aan, terwijl Josser een jongetje een gele bouwhelm aanreikt, ‘Boudewijn heeft een solar-koffiebonencooker gemaakt. Hij is een paar weken helemaal off the grid gegaan in zijn studentenhuis om te ontdekken hoe je zonder gas en elektriciteit toch kunt leven.’

De cooker blijkt een betoverend mooie zonneboiler die eenmaal binnen voor het raam gezet er zowaar in slaagt om water te verhitten én koffie te branden. Op dagen waarop de zon zich laat zien dan tenminste. ‘Vandaag zou het een cold brew zijn geworden.’

De ervaring heeft hem veranderd, zegt Buitenhek. Zijn dagschema werd overhoopgegooid, van koffietijd was geen sprake meer. Koffiedrinken geschiedde zodra de zon in zijn appartement scheen. Hij is überhaupt anders naar de zon gaan kijken. ‘Als ik nu wakker word en de zon schijnt, denk ik: tijd om energie te oogsten. Relaxen doe ik wel wanneer het donker is.’

Dutch Design Week 2022

Sixtieszonneradio

‘Bosbessensap,’ zegt Van Aubel – weer terug van de yogasessie – even later. ‘Tijdens mijn studie ontdekte ik dat een Zwitserse fotochemicus, Michael Grätzel, had bedacht dat je daar zonnecellen mee kon maken, met de kleurstof die daarin zit. Ongeveer zoals chlorofyl in planten licht absorbeert en omzet in energie.’ Die vinding vormde de basis voor zogeheten DSSC’s (dye-sensitized solar cells) vertelt Van Aubel: kleurstofgevoelige zonnecellen die als dunne, organische film onder meer in glas kunnen worden geïntegreerd.

‘Ik heb daar toen een servies van gemaakt, vanuit het idee dat elk object zijn eigen energie kan opwekken, dat was het begin, ik ben nog bij hem langs geweest in zijn lab. Maakte ik zelf velletjes met bosbessenzonnecellen, dat heb ik nog gefilmd, heel cool.’

‘Jaaah, dat filmpje wil ik hebben,’ zegt Brouwer. Hij stelt voor een rondje te doen langs de kraampjes, nu de zon doorbreekt. Vanaf het Noordplein is het een paar kilometer naar de Energy Show-tentoonstelling in het Nieuwe Instituut. Fijne foto’s van (pre)historische zonnebanken en zonnetherapie, zonneauto’s in alle soorten en maten: het eerste zonnepaneel, uit 1883, een sixtieszonneradio, een plattegrond van nieuwbouwwijk de Stad van de Zon in Heerhugowaard en een foto van ezel met een zonnepaneel op de rug – het bijschrift meldt dat de herders in West-Turkije nu 24/7 online kunnen blijven, vooruitgang met een twist, zoiets.

Bezoekers wordt gevraagd hun visie op zonne-energie te verbeelden. Het resulteert in een veelheid aan zonnetasjes, zonnehoedjes en zonneautootjes. Een enkeling is er echt voor gaan zitten en tekende een ‘systeem voor zongevoede drainage en ontzilting voor het omzetten van zeewater in zoet water, bijvoorbeeld in Saharalanden’. Anderen beperken zich tot een losse kreet (‘The sun is cool,’ of, andersoortige vibe: ‘Ecofeminism is the future!’), een bizar idee (‘Solar Cream: sun cream with solar cells to absorb energy #cyborg’) of een grap (een ‘glow-in-the-dark solar condom’). Maar niet iedereen is overtuigd. ‘The sun is not going to save us,’ schrijft een dwarsdenker. ‘Being able to charge my phone from my T-shirt is cool, I guess, but what does it do to stop the harmful lithium extraction needed to produce my battery?

Wandelend zonnepaneel

De tentoonstelling voelt soms als een tijdmachine. Zo zou je een zonnecelkamerplant bijvoorbeeld eerder in een sf-film verwachten. Iets wat ook geldt voor Van Aubels lichtabsorberende servies, dat eenmaal teruggezet in de bijbehorende kast die kast verandert in een laadstation, en voor haar Current Table, die binnenshuis zonne-energie produceert. De zonnecellentrui van Pauline van Dongen zou niet misstaan in Star Trek. Van Dongen ontwikkelde een eigen textiel, Suntex geheten, waarbij zonnecellen direct en onzichtbaar in de stof zijn geweven: de drager wordt zo tot een wandelend zonnepaneel getransformeerd.

‘Het lijkt misschien sciencefiction, maar het is het heden. Het is gewoon werkende techniek,’ zegt Van Aubel. ‘Drijvende zonnepanelen zijn er inmiddels ook al. We zijn net bij een fabriek geweest die met inkt op zonnecellen kan printen: die zonnecellen kun je onzichtbaar in gevels integreren, of in auto’s.’ En het gaat nog veel verder, voorziet Van Aubel, met vliegende zonnepanelen boven de wolken, waar de zon altijd schijnt, met solar farms in de ruimte, waar China onder meer mee bezig is. Ja, en ook zo’n energieabsorberende zonnespray zou er best weleens kunnen komen.

Een wereld is aanstaande waarin alles en iedereen zijn eigen energie opwekt en energiearmoede is uitgebannen. Klinkt verlokkelijk, maar het roept tegelijk ook vragen op. Vragen waarover we nog wel even kunnen nadenken, blijkt als Willem-Alexander twee dagen later de troonrede voorleest. Het gaat over windenergie, over waterstof, over kernenergie. Het woord ‘zon’ neemt hij niet één keer in de mond.

Pestlakeien!

Kom woensdag 26 oktober om 20.00 uur naar de VPRO Tegenlicht-Meet Up ‘De zon is van iedereen’ in Pakhuis de Zwijger, Amsterdam. Met o.a. filmmaker Kees Brouwer. Kijk op tegenlicht.vpro.nl voor Meet Ups bij u in de buurt.