We noemen hem Yakuba, want zijn echte naam is onmogelijk uit te spreken. Hij werd geboren in een sloppenwijk aan de rand van Zürich, die geteisterd wordt door kindersterfte en aids. Deze Zwitserse vluchteling probeert de Gambiase hoofdstad Banjul te bereiken. Hij is niet de enige. Uit heel Europa zoeken mensen hun heil in Afrika, op de vlucht voor gewapende milities die moordend en plunderend door Toscane en de Auvergne trekken.
Dit is de situatie die Abdourahman Waberi schetst in zijn roman In the United States of Africa. Grote kans dat u nooit van deze schrijver uit Djibouti gehoord hebt. Datzelfde gold voor de Engelse journaliste Ann Morgan. Na twintig jaar lezen realiseerde ze zich tijdens een inspectie van haar boekenkast dat ze geen haar beter was dan iemand die patat bestelt bij de Chinees. ‘Ik was een literaire xenofoob.’
Vreemd is dat niet, want van alle literaire titels die in 2013 in Engeland verschenen, was welgeteld vier procent een vertaling. Het grootste deel daarvan bestond uit Scandinavische thrillers.
Morgan nam geen halve maatregelen en besloot in één jaar tijd een boek te lezen uit alle 196 naties die de wereld officieel telt. Voorwaarde: het moest fictie zijn, zo recent mogelijk, en van iemand die afkomstig was uit dat land. Op haar blog ‘Reading Around the World’ deed ze verslag van die missie. Vier boeken per week lezen is al een behoorlijke opgave, maar als die boeken ook nog eens afkomstig moeten zijn uit landen als Sierra Leone, Oost-Timor, Vanuatu of Qatar, wordt het nog veel ingewikkelder.
Perspectief
In Reading the World – Confessions of a Literary Explorer kijkt Morgan terug op haar jaar als biblioglot. Ze bespreekt niet braaf alle titels die ze heeft gelezen, maar legt in erudiete essays uit hoe dit experiment haar blik op de wereld heeft verruimd. Haar bevindingen zijn ook voor minder avontuurlijke lezers de moeite waard. Ze strooit met keiharde cijfers: in Amerika is maar drie procent van de boeken die er verschijnen een vertaling. Ter vergelijking: in Nederland is dat 45 procent. Dat klinkt al een stuk beter, maar veruit de meeste vertalingen hier zijn uit het Engels. Morgan rekent voor dat er wereldwijd 260 miljoen mensen Portugees spreken. Toch wordt er jaarlijks maar een mager stapeltje in het Engels vertaald: tussen de tien en vijftien titels.
Nog pijnlijker wordt het wanneer het om perspectief gaat. De Egyptische schrijver Radwa Ashour memoreert in zijn roman Spectres hoe een cnn-verslaggever tijdens de eerste Golfoorlog brandend Bagdad vergelijkt met een enorme kerstboom. ‘It’s a magical, thrilling sight!’ Toen de Nigeriaanse schrijfster Chimamanda Ngozi Adichie, dochter van een professor, in Amerika ging studeren, begon haar kamergenoot met uit te leggen hoe een fornuis werkt.
Taboe
Het westerse superioriteitsgevoel is zo diep ingesleten dat het ook keurige boekenlezers onwillekeurig parten speelt, betoogt Morgan, zonder overigens met een belerend vingertje te wijzen. We weten immers niet beter. Er zijn nu eenmaal kasten vol Holocaust-literatuur, terwijl je lang moet zoeken naar een roman over de gevolgen van Churchills besluit om in 1943 geen rijst van Birma naar India te verschepen, waardoor meer dan een miljoen mensen stierven van de honger. Als er al eens een roman uit verre oorden is die hier wel succes heeft, is dat een boek als De vliegeraar van Khaled Hosseini, waarin de portie exotische ellende zorgvuldig gedoseerd is. Genoeg om ons te doen huiveren, maar met zoveel suiker opgediend dat we toch zonder zeuren ons bordje leeg eten.
Morgan stuitte op heel wat schrijvers die niet bereid waren dit soort concessies te doen. Schrijvers die de verschrikkingen van burgeroorlog, massaverkrachting en martelpraktijken niet met glazuur bedekken. Marie-Thérèse Toyi bijvoorbeeld. Geboren in het straatarme Burundi, waar Hutu’s en Tutsi’s elkaar al decennia lang naar het leven staan. De Bijbel is hier het enige boek dat ruim verkrijgbaar is. Toyi schreef twee romans over de oorlog in haar land, waarmee ze het taboe doorbrak om te spreken over wat zich daar had afgespeeld. Dit tot ongenoegen van haar landgenoten, die vonden dat ze Burundi te schande had gemaakt.
Leeslijst
Het zijn dit soort verhalen die het project van Morgan zo belangrijk en inspirerend maken. Dankzij haar blog wist ze schrijvers en lezers van over de hele wereld te bereiken die maar al te bereid waren haar te helpen. Ze kreeg boeken toegestuurd en er werden speciaal voor haar vertalingen gemaakt. De 197 titels op de leeslijst achterin haar boek vormen het indrukwekkende einde van haar reis. Boven is het stil van Gerbrand Bakker hebben we al gelezen. Nu de rest nog.