Toen Remco Campert in 1992 het begrip eetlezen introduceerde in een stukje in de Volkskrant, begreep iedereen wat hij bedoelde: lezen tijdens het eten. Dat deed je toen namelijk nog, in dat duistere smartphoneloze tijdperk. Nu, ruim twintig jaar later, heeft eetlezen een nieuwe betekenis gekregen. Lezen over eten is een populair tijdverdrijf geworden en er gaat geen maand voorbij of er verschijnt weer een nieuw boek over wat we wel of niet zouden moeten eten en waarom. Lijders aan orthorexia nervosa – obsessief gezonde eters – kunnen hun planken vullen met bijbels die aansluiten bij hun overtuiging. We hoeven hier geen voorbeelden te noemen, zelfs trouwe hutspoteters kan de nieuwe voedselrevolutie niet zijn ontgaan.
De Vlaamse journaliste Kathy Mathys schreef een boek over eten dat in geen enkel genre past. Smaak – een bitterzoete verkenning is een hybride waarin autobiografie, literatuur, film, wetenschap en psychologie samensmelten. Een boek waarin elke lezer die ook maar enigszins geïnteresseerd is in wat hij in zijn mond steekt, iets van zijn gading zal vinden. Kathy Mathys is allereerst een lezer, een beroepslezer zelfs. Ze schrijft over literatuur voor de Vlaamse krant De Standaard en mocht jureren voor de AKO-prijs en de Gouden Uil. Naast haar liefde voor de letteren heeft ze al haar leven lang grote belangstelling voor eten en de rijke cultuur die daarbij hoort. Vanaf het moment waarop ze als kind de duivensoep at waarin oude duiven uit opa’s eigen hok verwerkt waren, tot de begrafenis van diezelfde opa, die 101 werd, waar halve perziken gevuld met tonijnsalade werden geserveerd.
Supertaster
Hoewel het in Smaak wemelt van dergelijke particuliere eetherinneringen, lukt het Mathys wonderwel om aan de hand daarvan een veel groter verhaal te vertellen; dat van de smaak in de breedste zin van het woord. Zo blijkt de ene tong de andere niet. Het aantal smaakpapillen varieert per individu. Eters kunnen worden ingedeeld in drie categorieën: die van de non-taster, de taster en de supertaster. Voor supertasters zijn bier wijn, koffie of grapefruit vaak onverdraaglijk bitter. Die smaken zijn algauw te intens voor de supertaster, die volgens onderzoekers ook sneller kwaad en gespannen is dan de non-taster. Een kwestie van overlevingsinstinct, zoals er ook meer vrouwelijke supertasters zijn dan mannelijke. Zij moeten hun kinderen immers behoeden voor gevaarlijk voedsel. Het is dus niet alleen maar aanstellerij om groene thee ondrinkbaar te vinden, of kinderachtig om een sterke voorkeur voor zoet te hebben.
Mathys verzamelde tal van curieuze feitjes waar je als eetlezer geweldig mee kunt scoren bij het aperitief. Neem de broodgeur in supermarktbakkerijen. Die blijkt meestal afkomstig uit een ventilator die een kunstmatig bakkersaroma verspreidt. Senegalezen parfumeren zich graag met ui-essence en: ‘Voor wie het graag wil weten: poedelvlees is volgens ingewijden het lekkerst, dat van buldog het hardst en meest smakeloos.’
Smaakspectrum
Jarenlang noteerde Mathys smaakgerelateerde citaten uit de boeken die ze las en de films die ze zag. Die verzameling stort ze nu uit over haar lezers. Als ze schrijft over troosteten, citeert ze Knausgård in Vader: ‘Want niets helpt zo goed als zout vlees tegen sentimentaliteit of warme soep tegen stormachtige gevoelens.’
In een hoofdstuk over uit eten gaan weet Joseph O’Connor in één zin een restaurant te typeren: ‘De menukaart was geplastificeerd en ze zag met lichte huivering dat er onder meer een verrassingstoetje op prijkte.’
Voor alles en iedereen is plek in dit rijke boek: de whiskeyconsumptie in Mad Men, de verstikkende tafeletiquette in De jaren van onschuld van Edith Wharton, K. Schippers die dicht over de eeuwig ongebruikte klontjes onderin de suikerpot, en Elvis Costello die zingt hoe ‘champagne rolls off her tongue like a second language’.
Zo dwaalt de lezer door een woud vol kronkelige paadjes waarin elk denkbaar aspect van het smaakspectrum wordt verkend. Dat dat gepaard gaat met wel erg veel details over etentjes die de auteur ooit met vrienden genoot, nemen we graag voor lief als er ineens weer een wetenschapper opduikt die onderzoek doet naar de invloed van muziek op onze smaakbeleving.
Misschien hebben we eroverheen gelezen maar modegrillen als spelt, tarwegras of darmspoelingen zijn we in dit verfrissende boek niet tegengekomen. Dat betekent niet dat de auteur voorbijgaat aan de waan van de dag. Ook haar eigen culinaire geschiedenis is er een van voortschrijdend inzicht. Mathys omschrijft zichzelf als ‘een geïnformeerde genieter die haar zoektocht naar eten zo veel mogelijk in overeenstemming brengt met principes rond gezondheid en ethiek.’ Wie zich herkent in die omschrijving heeft aan Smaak een heerlijk boek.