Elke week tipt de VPRO Boekengids drie nieuwe boeken, van Nederlandse romans tot internationale pareltjes en van klassiekers tot non-fictie en dichtbundels. Met deze week nieuwe boeken van Anne Broeksma, Leslie Jamison en Anita Terpstra.

Anne Broeksma
Een verhaal met schubben

Vanaf het moment dat Anne Broeksma tijdens een ayahuasca-trip schubdieren begint te hallucineren, laten de ‘kleine draakachtige wezentjes’ haar niet meer los. Vastberaden er een te ontmoeten, start ze een uitgebreide zoektocht naar haar nieuwe lievelingsdier. Die brengt haar niet alleen naar de jungle van Azië en de Afrikaanse savannes, maar wakkert ook een lang verloren wildernisverlangen in zichzelf aan. Een verhaal met schubben (Atlas Contact) is zowel een fabelachtige encyclopedie van het meest gestroopte en bedreigde (en magische!) zoogdier ter wereld, als een aanstekelijk reisverhaal én boeiende beschouwing over de verhouding tussen de mens en zijn omgeving. Naast het schubdier verschijnt bovendien en passant ander betoverend bonusmateriaal ten tonele, zoals de owstonpalmroller, veelstreepkrait, wurgvijg of zwartscheendoek.

(Lieke van den Krommenacker)

Diverse auteurs
Kattenkwaad en poezenliefde

De allermooiste verhalen werden waarschijnlijk over dat ándere huisdier geschreven. (Zie, pakweg, Virginia Woolfs Flush: A Biography of John Fantes My Dog Stupid.) Maar het aantrekkelijke bloemlezinkje Kattenkwaad en poezenliefde (Querido) bewijst dat aan diens spinnende tegenviervoeters én hun baasjes ook genoeg literaire eer valt te behalen. Zo schreef Sylvia Witteman een hilarische handleiding voor de ‘Lieve vrienden’ die een weekendje op de ‘heel makkelijke poes’ Lola passen. Ook van Annie M.G. Schmidt en Rudy Kousbroek werden meerdere verhalen opgenomen, waaronder Kousbroeks ‘De kattenfuik’ over de bochten waarin ‘toerekeningsvatbare volwassenen’ zich wringen bij het introduceren/aanprijzen van een kattenluikje. Terwijl Mensje van Keulen instemmend een Brits grafschrift aanhaalt: ‘To the world/he was a cat/To me/he was the world.’

(Dirk-Jan Arensman)

Leslie Jamison
Splinters

Toen Leslie Jamison verliefd werd op C, voelde dat als ‘plukken aan een vers brood en mijn mond ermee volproppen’. Hij liet binnen een jaar haar gezicht op zijn bovenarm tatoeëren en er volgde een baby om hun geluk te vervolmaken. Maar Splinters (Nijgh & Van Ditmar) is geen klassiek liefdesverhaal. Deze memoir begint op het moment waarop moeder en dochter met volgepropte vuilniszakken in een donker appartement arriveren. De baby is net een jaar en het huwelijk is voorbij. Er volgen smerige ruzies, therapiesessies en smeekbedes. Want Jamison vindt de gedachte twee nachten per week van haar dochter gescheiden te zijn onverdraaglijk. Niets en niemand ontziend doet ze verslag van haar rauwe pijn, verdriet en (moeder)liefde.

(Katja de Bruin)

Anita Terpstra
Hiltje 

Dertigduizend Friezen, meer dan uit andere provincies, zijn in de negentiende eeuw naar Amerika geëmigreerd. De exodus werd ingeluid door dominee Hendrik Scholte, bekend van de Afscheiding, die in 1847 zijn 850 volgelingen per zeilschip liet oversteken. De veelal arme landverhuizers zochten naast geloofsvrijheid ook economische verbetering. In Pella, Iowa werd onder ontzaglijk zware omstandigheden uit het niets – er was geen weg terug – een uiteindelijk welvarende gemeenschap opgebouwd, geleid en gesteund door Scholte. Anita Terpstra, een Friese nazaat van Hiltje Aukes Sipma (1805-1898), beschrijft in Hiltje (Thomas Rap) haar lotgevallen en die van haar familie. Waar haalden ze de moed vandaan? Godsvertrouwen en doorzettingsvermogen. Terpstra houdt het in kort bestek bij de feiten, die voor zich spreken.

(Maarten van Bracht)

de boekengids in je mailbox?