Een teder verhaal-in-mineur over een Zwitsers jongetje dat kort na de Tweede Wereldoorlog opgroeit met een verbitterde, afstandelijke moeder en in de schaduw van de dood van zijn vader, Erich, wiens besluit Joodse vluchtelingen te helpen diens ondergang werd. Dat een levenslange vriendschap sluit met Anton, een nerveus semiwonderkind-op-de-piano, en, eenmaal volwassen, een eenzame hotelier wordt die anderen verzorgt bij wijze van liefdessurrogaat. De details zijn intiem en ontroerend; de contrasten (en grijsgebieden) tussen neutraliteit en morele lafheid, passie en apathie genuanceerd en boeiend uitgelicht.