Na twee edities die gedwongen door corona online moesten plaatsvinden, wordt IFFR 2023 de eerste live-editie van festivaldirecteur Vanja Kaludjercic. ‘Het gezamenlijk ervaren, beleven en bespreken van films maakt een festival tot wat het is.’

De Kroatische Vanja Kaludjercic (1982) heeft van alles en nog wat gedaan in de filmwereld. Ze begon in 1999 als vrijwilliger op het festival van Motovun, werkte onder meer voor festivals in Sarajevo en Zagreb, vertrok naar Parijs om films aan te kopen voor distributeur Coproduction Office, en zat tot voor kort in Londen bij streamingplatform MUBI. Waarna ze in 2020 werd aangesteld als directeur van International Film Festival Rotterdam.

Haar droombaan, want tijdens al haar omzwervingen had ze ontdekt dat ze zich het meest op haar plek voelde op festivals, en in het bijzonder op dat van Rotterdam. ‘IFFR is het enige festival van die grootte, waar je zoveel vrijheid hebt om je eigen programma samen te stellen,’ vertelt ze half december in IFFR’s hoofdkantoor aan het Schouwburgplein in Rotterdam. ‘Het enige festival ook waar je zoveel nieuwe makers een kans kan geven. Makers die nog geen grote naam hebben, maar die kunnen en willen groeien. Precies de reden waarom Hubert Bals het festival vijftig jaar geleden oprichtte. Want Huubs motto was: kijken waar anderen niet kijken. Sinds de jaren onder Bals [de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw, red.] is IFFR enorm gegroeid. Eind jaren negentig werden we een nationaal evenement. Met niet alleen nationale, maar ook internationale impact. Het speelveld is dan ook flink veranderd. Vanwege onze grootte bedienen we nu veel meer verschillende groepen. Neem een land als Japan. Slechts een handvol Japanse filmmakers wordt jaarlijks geselecteerd door de grote internationale festivals. Maar je kan nog zoveel dieper duiken in wat er allemaal draait in Japan. Van documentaires tot blockbusters en anime. Wij halen ook die films naar Rotterdam. Want als festival moet je altijd verder willen kijken. Welke cinema krijgt nog geen aandacht, terwijl die het wel verdient?’

Controversieel

En daar horen ook controversiële films bij. Zoals Sparta, van de Oostenrijkse filmmaker Ulrich Seidl. Kaludjercic: ‘Seidl behandelt graag de donkere kanten van de mensheid, waardoor veel mensen denken dat hij een misantroop is. Maar hij is juist het tegenovergestelde. Hij is diep betrokken bij zijn medemens. Zoals je in al zijn films kan zien. Ik zag Sparta op het festival van San Sebastian. Een opmerkelijke film, zo goed gemaakt, maar wel met een moeilijk onderwerp: pedofilie. Het is de tegenhanger van Seidls Rimini, over een verlopen schlagerzanger, die onlangs in de Nederlandse bioscopen draaide. In Rimini kan je zien dat de zanger een broer heeft, en die broer gaan we volgen in Sparta. Vanwege het onderwerp werd Sparta op het laatste moment teruggetrokken van het festival van Toronto, maar wij laten hem zien. Niet als losse film, maar als onderdeel van de film Wicked Games, waarin Seidl – zoals hij oorspronkelijk van plan was – Rimini en Sparta vertelt als één verhaal. Dat wordt een wereldpremière.

Ik begrijp overigens wel dat ze in Noord-Amerika in de regel nogal schichtig reageren op mogelijke controverses. Vrijwel alles daar wordt privaat gefinancierd. Rumoer rond een film als Sparta kan betekenen dat je belangrijke sponsors kwijtraakt.’

Dialoog

Dat IFFR Seidls film wel vertoont is ‘omdat het onze rol is om te laten zien wat cinema kan zijn,’ aldus Kaludjercic: ‘In alle hoedanigheden. In Rotterdam zie je films om te leren, geïnspireerd te raken, een dialoog aan te gaan, en ook om geprovoceerd en uitgedaagd te worden, waarom niet? Maar de meeste tijd zal je versteld staan. Omdat de filmmakers in Rotterdam heel sterke, eigenzinnige visies hebben. Dat we dat nu eindelijk – na de door corona gedwongen online versies van 2021 en 2022 – samen kunnen ervaren is belangrijk. Want dat gezamenlijk ervaren, beleven en bespreken van films maakt een festival tot wat het is. Dat is de magie van een festival. Wat in essentie een heel democratische plek is, want iedereen kan plaatsnemen in een bioscoop en vervolgens met de andere aanwezigen bespreken wat ze zojuist gezien hebben. En op die manier kan je iets leren van mensen die soms heel anders denken dan jij.’

Met als doel om zo de wereld een iets betere plek te maken? ‘Weet je, cinema is een dialoog met alles wat er in de wereld gebeurt. Daarom is ook alles wat gemaakt wordt politiek. Wat je bijvoorbeeld terugvindt in ons programma over India: The Shape of Things to ComeIk weet dat het pretentieus klinkt, maar ik citeer in deze vaak William Faulkner, die ooit schreef: “Het verleden is nooit dood. Het is zelfs niet voorbij.” Neem onze hoofdgast Judit Elek, die dertig, veertig jaar geleden al films maakte. Maar als je die films nu terugziet, zie je hoe actueel ze nog zijn. En dat Elek daarin toen zoveel helderder over Hongarije sprak dan wat veel van haar collega’s nu doen. Daarom duiken we ook zoveel in de filmgeschiedenis, omdat die leeft. Maar festivals organiseren om de wereld een betere plek te maken? Nee, het zou naïef zijn om te denken dat we daarin doorslaggevend zouden zijn. Maar we kunnen wel de dialoog bevorderen via de rijkdom van cinema. En – denkend aan Hubert Bals – kijken op plekken waar nog niet gekeken wordt.’

Meer over IFFR 2023 (25 januari t/m 5 februari)