Waar de in Londen geboren en getogen Steve McQueen zich het meest voor schaamde, zei hij eens in een interview met The Guardian, was dat hij dyslectisch is en als kind een ooglapje had vanwege een lui oog. Zelfs met zijn neus op het schoolbord zag hij weinig. Op zijn dertiende voelde hij zich afgeschreven; door onverschillige leraren ingedeeld in de groep arbeiderskinderen van wie weinig werd verwacht. Zijn geluk was dat hij kon tekenen. Het potlood van de middelbare school ruilde hij op de kunstacademie in voor een kwast. En later de kwast voor een camera op een filmopleiding in New York.
Schaamte is misschien wel de belangrijkste drijvende kracht in McQueens werk. Het is notabene de titel van een van zijn films, Shame, over een seksverslaafde zakenman in New York die niet in staat is een intieme relatie aan te gaan. Ook maakte hij de korte film Embarassed, die prostaatkanker bij zwarte mannen bespreekbaar wil maken. En veel van zijn speelfilms gaan over historische gebeurtenissen waar de samenleving zich voor schaamt en die daardoor in de cinema onderbelicht zijn gebleven. Zoals de hongerstaking van Noord-Ierse gevangenen in zijn debuutfilm Hunger, het Amerikaanse slavernijverleden in 12 Years a Slave en het turbulente leven van West-Indische immigranten in Londen in Small Axe. McQueen pakt een neutraal geformuleerd regeltje uit een geschiedenisboek en maakt er een fysiek voelbare film van over menselijkheid.