Idee?
‘Ik had een aantal beelden in mijn hoofd, daar
begon het mee. Een oudere vrouw in een melkbad, donkere kinderen die een witte
taart eten, en de hand van een blanke vrouw die een zwart jongetje aanraakt.
Toen ik de monoloog schreef die de oude vrouw als een soort profetie uitspreekt
, wist ik dat ik ze met elkaar kon verbinden. Zoals een omelet eerst vloeibaar
is, waarin de ingrediënten los drijven, en plotseling stolt, zodat het een
geheel wordt. Toch bleef ik tijdens het proces voortdurend dingen wijzigen, tot
in de soundmix aan toe. Iedere kleine verandering heeft enorme consequenties,
dat voelde bevrijdend en een beetje gevaarlijk tegelijkertijd.’
Zwart en wit…
‘Alles wat ik erin wilde, zit erin. Het moeilijkste
was de balans te vinden tussen het prozaïsche en het poëtische. De zwart-wit
metafoor was een vehikel voor verschillende ideeën. Het zoeken naar identiteit,
angst versus verlangen, en de onderlinge afhankelijkheid tussen blank en zwart
bijvoorbeeld. Tegenstellingen kunnen vaak niet zonder elkaar, en bovendien
creëer je er spanning mee. Letterlijke afstand is daarbij ook belangrijk. Neem
nou al die Foster Parents-kindjes in Afrika. Het enige contact met hun gevers
bestaat uit brieven. Heb je wel eens gehoord dat er telefoontjes worden gepleegd
? Zulk soort contact komt veel te dichtbij, dan blijken ze eigenlijk net zo
menselijk te zijn als jij. Tegenstellingen en afstand, dat wilde ik met dat
zwart-wit proberen te vangen.’
Ambitie?
‘Ik
ben bezig met een muzikale, grafische en choreografische hymne over Haïti. De
laatste tijd luister ik veel naar scratch-collages van Jamaicaanse clubmuziek,
zoals die van King Perry. Dat is modern en archaïsch tegelijk. Weer die
tegenstellingen, inderdaad.’
Voorbeelden?
‘De
Franse en Braziliaanse New Wave films vind ik interessant, die mixen
verschillende disciplines. Daarnaast spreekt het werk van Glauber Rocha, Jean-
Luc Godard, David Lynch, Stanley Kubrick en Pier Paolo Pasolini me aan. Wat ze
gemeen hebben? Waakdromen, denk ik. De spanning tussen wat echt is en wat niet.
Ze brengen levende dromen op scherm.’
Filmen op Haïti?
‘Het is stoffig, lawaaiig en tropisch heet op Haïti, dat is sowieso al
vermoeiend werken. Iedereen is altijd buiten, de hele dag is er interactie
tussen mensen. Dat betekent dat je je niet zomaar met je camera tussen mensen in
kunt wurmen, want in tegenstelling tot bij ons is de openbare ruimte er privé-
ruimte. Haïtianen zijn arm maar trots. Je bent er te gast, en zo dien je je ook
te gedragen. Anderzijds word je overspoeld door kleuren, geuren en muziek –
Haïti bruist van de cultuur – en moet je je erin storten om de juiste
aansluiting te vinden.’
Mange, Ceci Est Mon Corps wordt
vertoond op:
Zondag 27 januari, 19:15 uur, Pathé 5
Maandag
28 januari, 10:30 uur, Pathé 5
Woensdag 30 januari, 13:00 uur, Pathé 4
Zaterdag 2 februari, 16:15 uur, Pathé 3
Wie eet wie in Mange, ceci est mon corps? Aardsdonkere, Haïtiaanse jongetjes snoepen van een hagelwitte taart; een frêle, bleke Française drinkt melk waarin zwarte baby’s zijn opgelost. Regisseur Michelange Quay maakte een surrealistisch mozaïek, waarin het straatarme maar cultuurrijke Haïti het decor vormt.