Idee?
Jonsson: ‘Vier jaar geleden deed ik research
voor een andere film. Daarvoor was ik een jeugdcentrum in het noorden van Zweden
. Daar was een jongen, die iets ouder was dan de andere kinderen en de baas over
iedereen speelde. Later bleek ook dat zijn broertje in het jeugdcentrum kwam en
dat er rivaliteit tussen de twee bestond. Toen ik eenmaal in gesprek met hem
raakte, kwam ik erachter dat hij een hele aparte kijk op het leven had. Hij vond
bijvoorbeeld dat hij geen invloed op zijn eigen leven had en dat hij niet
anders kon dan dat feit accepteren. Op deze jongen is het personage van Rille
gebaseerd. Een tijdje later hoorde ik een telefoongesprek tussen een man en zijn
zoon. De man was net opa geworden, maar mocht zijn kleinkind van zijn zoon niet
zien, zo lang hij niet nuchter was. Daar is het personage van de vader op
gebaseerd. Uiteindelijk heb ik besloten hun verhalen te gaan vertellen en het
andere project te laten vallen.’
Muziek/landschap?
‘In de eerste 20 minuten heb ik weinig muziek gebruikt, terwijl op het laatst
de muziek grote klassieke vormen aanneemt. Ik wilde een soort klein drama
creëren, waarbij ik minimaal zou beginnen en het geheel op zou bouwen tot een
soort climax. De klassieke muziek helpt daarbij omdat de film in veel opzichten
ook klassiek is. De thema’s vaders en zonen, en broederschap zijn klassiek,
evenals de manier waarop het verhaal verteld wordt. Het was voor mij altijd al
duidelijk dat ik de film in het noorden van Zweden zou draaien. Daar was ook het
jeugdcentrum waar ik die jongen ontmoette, dus de omgeving is in mijn hoofd
nooit anders geweest. Ik wilde graag een soort eigen wereld creëren, die niet
helemaal realistisch was. Daarom heb ik veel kleuren gebruikt die in film taboe
zijn, zoals pasteltinten, paars en turkoois. Rille moest zijn eigen universum
hebben. De shots zijn rustig maar krachtig. Ook het acteerwerk is minimalistisch
maar de emoties zijn des te sterker. Dit is mijn eerste lange film en ik wilde
echt uitpakken. Een eerste film moet niet uitgebalanceerd zijn. Je moet risico’s
durven nemen, dingen uitproberen en dapper zijn in bepaalde keuzes. Misschien
pakt niet alles even goed uit en is er kans op mislukking, maar het nemen van
die risico’s is interessant. Het werkt juist bevrijdend: hoe meer risico’s je
neemt, hoe minder bang je wordt voor mislukking.’
Idolen/
inspiratie?
‘Voor The King of Ping Pong heb ik me vooral laten
inspireren door de aquarelschilder Lars Lerin. Hij maakt donkere, sfeervolle
schilderijen van huizen in sneeuwlandschappen. Precies de omgeving die ik in
mijn film wilde. Ik houd heel erg van regisseurs als Michael Haneke en Stanley
Kubrick. Wat ik vooral goed vind aan Kubrick, is dat hij er niet voor
terugdeinst verschillende genres uit te proberen. Hij gaat zo op zoek naar zijn
eigen grenzen en valt niet in herhaling. Ik vind het belangrijk om, net als
Kubrick, niet hetzelfde te doen of te maken als de vorige keer omdat dat
toevallig succesvol was.’
Ambities?
‘Ik wil
mezelf als filmmaker en als persoon ontwikkelen. Natuurlijk is het ultieme doel
daarmee de wereld te veranderen. Cinema is een geweldig middel om mensen te
laten begrijpen hoe mensen van bijvoorbeeld een andere cultuur, seksuele
geaardheid of achtergrond zich voelen. Daarom wil ik de grenzen van de beeldtaal
opzoeken en de film van daaruit verder ontwikkelen in een nog interessanter
medium. Ik wil mijn creativiteit de vrije loop laten en zien wat er van komt. Ik
hoop films te kunnen maken die op het randje zijn, waarbij het publiek geboeid
blijft en sterke emoties ervaart. De films die ik ga maken zullen eerder grote
levensvragen behandelen, dan politieke misstanden. Ik houd er niet van wanneer
filmmakers gaan preken. Je moet als filmmaker accepteren dat je niet alle
antwoorden hebt. Je kunt slechts existentiële vragen in je films aankaarten en
jezelf zo ontwikkelen.’
Filmen in Zweden?
‘Het
is moeilijk, maar dat is natuurlijk relatief. De concurrentie is groot. Maar
vergeleken bij andere landen, zoals Kenia of Oekraïne, is het natuurlijk een
stuk makkelijker om in Zweden films te maken. Ik heb een lange tijd korte films
gemaakt, die ook hier in Rotterdam vertoond zijn.’
The King
of Ping Pong wordt vertoond op:
Maandag 28 januari, 19:15 uur
Pathé 5
Dinsdag 29 januari, 10:30 uur Pathé 5
Donderdag 31 januari,
13:00 uur Pathé 4
Zaterdag 2 februari, 13:00 uur Pathé 1
In het noorden van Zweden, in een klein jeugdcentrum, is de dikke puber Rille het meest op zijn plek. Daar heeft hij de zware verantwoordelijkheid over de tafeltennisruimte op zich genomen en kan hij de baas over anderen spelen. Buiten wordt hij gepest en botst het vaak met zijn jongere, veel populairdere broertje Erik. Ook met zijn vader, een flamboyante, alcoholistische duiker, heeft Rille weinig op. In The King of Ping Pong schetst filmmaker Jens Jonsson een humoristisch, ontroerend portret van een jongen die eigenlijk te groot is voor het pingpongzaaltje, maar nog niet klaar is voor de echte wereld.