Met Years When I Was a Child Outside rekent John Torres af met een pijnlijke, persoonlijke geschiedenis. Nadat het imperium van zijn vader – eens een beroemdheid op de Filippijnen en schrijver van succesvolle zelfhulpboeken – instortte, bleek die er bovendien een tweede gezin op na te houden. Afwisselend confronterend en landerig, is de film een intuïtieve zoektocht naar vaste grond tussen de emotionele brokstukken. Torres filmde wanneer het hem uitkwam, en liet feit en fictie door elkaar lopen.

Idee?
‘Het idee ontstond meteen in 1999, toen ik van dat tweede gezin van mijn vader vernam. Ik was toen een jaar of vierentwintig. Het was een aardverschuiving voor iedereen die erbij betrokken was. Filippijnen zijn erg conservatief, streng katholiek en families zijn er hecht. Voor de eerste testscreening op de Filippijnen, heb ik het woordje father ook uit de titel moeten halen om gedoe te voorkomen. Tot aan zijn ontmaskering was mijn vader mijn held. Al mijn normen en waarden en zelfs mijn levensstijl komen bij hem vandaan. Ik ben meteen na die afschuwelijke ontdekking gaan reizen en ik filmde onderweg, wanneer het uitkwam. Ik wilde buitenstaanders, zoals ik me zelf ook voelde, uit verschillende kringen in beeld brengen, vandaar ook dat de grondlegger van de communistische partij die als banneling in Utrecht leeft, en mijn tante die in Amsterdam als schoonmaakster werkt, erin zitten. Ik heb ze gekanteld gefilmd, omdat dat voor mij de makkelijkste manier was om naar ze te kijken, niet zo rechtstreeks. Voor mij is filmen het vissen naar antwoorden en deze film voelt als een persoonlijke catharsis.’

Feit en fictie…
‘Ik deed wat goed voelde, soms was dat documentair, maar soms ook zette ik acteurs in. De scène waarin de vader en zoon samen dansen bijvoorbeeld, wordt gespeeld door een bevriende musicalregisseur en editor. Mijn vader weet dat ik met deze film in Rotterdam draai, maar hij weet niet eens dat het over hem gaat. We hebben wel contact, heel goed zelfs, maar zoals zoveel Filippino’s heeft hij een specifiek idee over wat een film moet zijn. Een documentaire is sowieso geen film, en er moet duidelijk een verhaal zijn, met actie en acteurs. Over mijn eerste lange film Todo Todo Teros die vorig jaar op het IFFR draaide, zei hij: “Zoon, maak de volgende keer een echte film”.’

Voorbeelden?
‘Er zijn een paar Filippijnen die ik hoog heb zitten: Kidlat Tahimik, Mike De Leon, en Lav Diaz, dat zijn echte meesters. En natuurlijk Kieslowski en Tarkovsky. Ik bewonder hoe ze zo ontzettend nauwkeurig en effectief hun authentieke ideeën en beelden kunnen overbrengen.’

Ambities?
‘Ik wil gewoon het liefst blijven filmen tot ik dood ga. Ik werk niet met recepten of formules, maar observeer liever en laat beelden zien van wat me bezighoudt: spiritualiteit, familiebanden, de maatschappij. Ik ben nu bezig met een nieuw project, over martial arts in de Filippijnen. Samen met vrienden heb ik sleutelwoorden over de Fillippijnen verzameld, die zullen de kapstok gaan vormen. De kleuren van de vlag, geel, blauw en rood krijgen ook een belangrijke rol.’

Filmen in de Filippijnen?
‘Geld voor onafhankelijke filmmakers is er nauwelijks, bijna alles wat uitgebracht wordt, is commercieel. Met tienduizend euro aan subsidie, moet je niet alleen je film maken, maar ook huur en dagelijkse lasten betalen. Gelukkig is het leven op de Filippijnen goedkoop. Toch zindert het er, artistiek gezien. Iedereen beweegt samen, filmmakers, muziekartiesten en beeldende kunstenaars. Ik vind het fantastisch wat er gebeurt. De banden met andere regisseurs zijn heel open en vriendschappelijk, we zitten ook allemaal als acteurs in elkaars film, Lav zit in mijn volgende bijvoorbeeld. Bovendien is de guerrilla-manier van filmen dankbaar. Filippino’s zijn dol op performen, en komen graag in beeld.’

Years When I Was a Child Outside wordt vertoond op:
Zondag 27 januari, 21.45 uur Pathé 7   
Maandag 28 januari, 13.15 uur Pathé 7   
Woensdag 30 januari, 16.00 uur Pathé 7   
Zaterdag 2 februari, 19.30 ur Pathé 2