Idee?
‘Toen ik het verhaal van kolonel Kuklinsky
hoorde, dat toen nog redelijk onbekend was, dacht ik dat iemand mij onzin
vertelde, het klonk als een sprookje. Nadat ik Kuklinsky had ontmoet was ik
helemaal verbaasd, en daardoor erg enthousiast. Ik verwachtte een ijzeren man,
maar de persoon die voor mij stond was klein, zachtaardig en verlegen. Dat was
waarschijnlijk ook zijn succes. Je zou hem er nooit van verdenken een spion te
zijn.’
Hoe moeilijk was het alle betrokkenen voor de camera
te krijgen?
‘Het moeilijkste was Kuklinsky, hij had altijd
interviewverzoeken geweigerd en wilde ook lange tijd niet aan de film meewerken
. Uiteindelijk kreeg ik toch zijn goedkeuring, toen hij inzag dat ik niet op
zoek was naar sensatie. De Poolse generaals wilde in eerste instantie ook niets
met de film te maken hebben. Ze nodigden me uit voor een gesprek, waar ik door
20 generaals werd ondervraagd, het voelde als een verhoor. Ze stelde vragen over
mijn familie, mijn diensttijd (die ik met succes had vermeden, maar wat ik
natuurlijk niet kon vertellen). Ik wist ze ten slotte te overtuigen door te
stellen dat ik de film toch wel zou maken, met of zonder hen. Als ze mee zouden
werken, dan hadden ze in ieder geval controle over hun eigen representatie.’
Idolen?
‘Er zijn een aantal filmmakers die mij hebben gemaakt tot
de filmmaker die ik nu ben. Milos Forman bijvoorbeeld, en mijn landgenoten
Andrzej Wajda en Andrzej Munk. Krzysztof Kieslowski is ook erg belangrijk voor
mij geweest. Ik heb met hem samengewerkt als regieassistent bij Dekalog. In
Polen werd hij toen nog niet gezien als een kunstenaar, maar als een ‘
manufacturer’. Wat documentaires betreft is Godfrey Reggio’s Koyaanisqatsi
Powaqqatsi Naqoyqatsi-trilogie van grote invloed geweest. Ik hou van ‘total
cinema’, cinema die al je zintuigen aanvalt.’
Ambities?
‘Ik heb onlangs gezegd dat dit mijn laatste documentaire was. Ik ben nu van
plan een fictiefilm te gaan maken, hopelijk in één jaar, in plaats van de vijf
jaar die ik aan War Games heb besteed. Het is gebaseerd op een waargebeurd
verhaal en gaat over een Poolse immigrant die naar zijn droomland Canada
vertrekt, maar niet verder komt dan de luchthaven van Vancouver, waar hij door
agenten wordt getaserd en overlijdt.’
Een van de
programmaonderdelen tijdens dit IDFA is ‘niet normaal’. Heb jij bij het maken
van je films ooit gedacht: dit is niet normaal!?
‘Kuklinsky was
in zijn omgeving eigenlijk de enige die normaal was. Hij hield van mensen, wilde
niet dat er iemand zou sterven. Ik zie hem nog steeds als de prins uit een
sprookje.’
Te zien tijdens IDFA:
WO 25 november, 21:45
uur, Munt 10
ZA 28 november, 12:30, Munt 10
Dariusz Jablonski was vereerd dat zijn documentaire War Games and the Man Who Stopped Them, over de Poolse kolonel Ryszard Kuklinski die duizenden documenten van het Warschaupact aan de CIA doorspeelde, werd uitgekozen om het festival te openen. Jablonski spreekt met veel eerbied en ontzag over Kuklinski, die in 2004 vlak voor de opnames zouden beginnen aan een hartaanval overleed. ‘Ik zie hem nog steeds als de prins uit een sprookje.’