Marco van Geffen: ‘Ik ben begonnen als schrijver, maar heb eigenlijk altijd
al willen regisseren. Toen ik mij voorzichtig aan een korte film waagde, Het
zusje (2007), en die meteen werd geselecteerd voor de competitie in Cannes,
begreep ik dat ik dit wilde doen, veel liever dan scenario’s schrijven. Onder
ons is eigenlijk de negentigminutenversie van dat eerste filmpje. De setting en
personages zijn anders, maar de plot, over een machteloze getuige van een
geweldsdaad, is gebleven. Ik schreef het basisconcept en gaf dat toen door aan
scenariste
Jolein Laarman, van onder andere Tussenstand en Het zusje van Katia. De
vriendschap die centraal staat, tussen twee Poolse au pairs in een vinexwijk,
kon zij als vrouw veel beter vormgeven dan ik dat zou kunnen. Ze is sowieso een
heel goede schrijfster, ze heeft een subtiliteit die ik niet heb.’
In uw scenario’s voor Het schnitzelparadijs en De president werd het grote
gebaar inderdaad niet geschuwd. Onder ons verschilt als dag en nacht van die
komedies.
‘Ja, daar begint iedereen over. Eigenlijk vraag ik mezelf
ook nog steeds af hoe dat nou zit. Kennelijk heb ik iets van een Jeckyll en Hyde
in me. Het verbindende element in de films is de strijd van de eenling tegen de
groep. Dat kun je komisch brengen in een genrefilm, of heel subtiel in een film
waarin je wat dieper probeert te gaan. Daar moet ik wel bij zeggen dat de
politieke of maatschappelijke boodschap in die komedies dan misschien wat minder
duidelijk is, hij komt wel veel breder aan. In
Het schnitzelparadijs staat bijvoorbeeld een Marokkaanse jongen op tegen
zijn vader. Dat is in die cultuur niet zo makkelijk, maar al die Marokkaanse
jongens hebben dat wel gezien.’
Marco van Geffen, scenarist van onder meer Het schnitzelparadijs, Briefgeheim en De president, debuteert als regisseur met het subtiele drama Onder ons, over een Poolse au pair in een Nederlandse vinexwijk.
Hoe belangrijk vond u het om Onder ons zo’n maatschappelijke boodschap mee te geven?
‘ Het is natuurlijk in eerste instantie een portret. Ik hoop dat je iets bijblijft van hoe deze mensen met elkaar omgaan, dat je je ervan bewust wordt dat bepaalde dingen in dat portret niet kloppen. Vervolgens kun je zelf beslissen wat je ermee doet. Het is leuk om films te maken, en ik vind wel dat ik een verantwoordelijkheid heb om dat serieus te doen. Je kunt er ook gewoon een beetje mee gaan spelen, maar dat zit niet in mij.’
Het wordt allemaal wel heel subtiel gebracht: ik heb diverse mensen gesproken die de film hebben gezien en iedereen interpreteert het verhaal net iets anders.
‘Op zich is dat geen slecht effect. Dat mensen ermee worstelen en na afloop niet meteen denken: oké, wat gaan we nu doen? Het is natuurlijk wel altijd zaak dat je de interpretatie binnen bepaalde kaders houdt. Wat voor mij belangrijk was… ik wil de plot niet verklappen, maar laat ik zeggen: de film gaat over vooroordelen en menselijk contact. En dan vooral in het Nederland van nu. We hebben hier lang een soort schijn kunnen ophouden, dat het allemaal heel braaf en veilig is, maar volgens mij is het intussen wel duidelijk dat daar weinig van klopt, dat echt niet iedereen zo tolerant en aardig is.’
Verklaart dat de eenduidige slotscène? Die vormt wel een stijlbreuk met de rest .
‘Dat is waar, maar dat is een weloverwogen keuze. Die laatste scène was voor mij erg belangrijk. Het is lastig erover te praten zonder te verklappen wat er gebeurt, maar als ik geen duidelijke conclusie aan de film had toegevoegd, zou het een persoonlijk verhaal zijn gebleven, een portret van een meisje, meer niet. Nu is het een maatschappelijk verhaal. Voor mij was het heel belangrijk om de film naar dat niveau te tillen. Iedereen maakt kleine drama’s mee in z’n leven, maar hier is sprake van écht drama en daarom is die laatste scène nodig.’
U heeft aangekondigd dat Onder ons het eerste deel is van een trilogie. Vanwaar die ambitie, het is in Nederland toch al lastig genoeg om één film van de grond te krijgen?
‘De samenwerking met Jolein beviel erg goed, en we besloten al snel op eenzelfde wijze een volgende film te maken. Toen dacht ik: dan maar meteen drie. Dat heeft veel voordelen, je geeft jezelf een doel en hoeft je niet te gaan zitten afvragen: wat zal ik hierna eens gaan doen? En het biedt je meer kans om een thema uit te werken. Als je als kijker weet dat drie verhalen bij elkaar horen, ga je sneller op zoek naar verbindende elementen. Financieel is het inderdaad een ander verhaal. De films zullen sterk genoeg moeten zijn om op zichzelf te staan.’
Helpt het dat Onder ons veel internationale aandacht krijgt?
‘Dat mijn korte film destijds in Cannes draaide, hielp beslist mee om mijn eerste speelfilm op poten te zetten, dus ik denk het wel.’
Hoe reageert men in het buitenland op onze vinexwijken?
‘Men zit er
met open mond naar te kijken. Ik heb voor een vinexwijk gekozen omdat ik dat een
sterk beeld vind, een soort icoon, dat aansluit bij het thema van het verhaal.
Dat wordt wel herkend.’
Waar is de film opgenomen?
‘
In Hoofddorp. Daar kwam ik terecht via de fotograaf Theo Baart, die de vinexwijk
vaak als onderwerp heeft, en daar zelf woont, in zo’n heel nieuwe buurt. Eerst
dacht ik: we gaan deze film opnemen op de plek waar we allemaal niet willen zijn
– Almere. Maar toen we daarheen gingen, bleek het er helemaal niet nieuw uit te
zien, er waren bomen, het was helemaal begroeid.’
Het viel
hartstikke mee.
‘Ja, in zekere zin wel. Maar dat geldt ook voor
Hoofddorp. Ik was er ook helemaal niet op uit de vinexwijk te bespotten. Het is
best goed gedaan natuurlijk, en er wonen heel normale mensen. Maar zo’n wijk is
een sterk symbool. Dat ik bovendien heb uitvergroot door nooit buiten de wijk te
filmen en verlaten stillevens tussen de scènes door te monteren.’