Dat Ewa zich slecht op haar gemak voelt in de luxe Nederlandse vinexwijk waar
ze terecht is gekomen, is duidelijk. Maar waarom precies, dat blijft in het
Nederlandse drama Onder ons lang een mysterie. Goed, er loopt een verkrachter
rond in de buurt, maar weet Ewa daar persoonlijk meer van, of heeft ze iets
meegemaakt wat haar extra gevoelig maakt?
In alle geduld wordt de
kijker stukjes van de puzzel toegeworpen. De film is opgedeeld in drie
hoofdstukken: eerst zien we de gebeurtenissen vanuit het perspectief van Ewa’s
gastgezin, dan door dat van haar Poolse vriendin, die au pair is bij een gezin
in de buurt, en ten slotte door de ogen van Ewa zelf. Hoewel er in wezen weinig
gebeurt, wordt de spanning met minimale middelen knap opgebouwd.
Dat
debuterend regisseur en coscenarist Marco van Geffen eerder scenario’s schreef
voor kluchtige komedies als
Het schnitzelparadijs en
De president is moeilijk voor te stellen, zo subtiel en smaakvol is Onder
ons vervaardigd. Er klinkt bijna geen muziek en de verlatenheid van de vinexwijk
is gevangen in prachtig abstracte stillevens. De dialogen van
Jolein Laarman (Tussenstand, Het zusje van Katia) zijn spaarzaam en terloops
, en de acteurs spreken ze naturel uit. Vooral de twee Poolse actrices en
Rifka Lodeizen als gastmoeder Ilse (goed voor een Gouden Kalf-nominatie)
weten empathie op te wekken.
Jammer dat de film ten slotte een
beetje ontspoort. Al die losse puzzelstukjes vormen geen bevredigend geheel –
over Ewa komen we minder te weten dan gehoopt, of op zijn minst wordt een
belangrijke keuze die zij op zeker moment maakt onvoldoende toegelicht.
Daarnaast is de slotscène juist te expliciet: terwijl de film zich tot dan toe
op meerdere manieren laat interpreteren, is die laatste wending teleurstellend
eenduidig. Als whodunnit wordt Onder ons daarmee aardig afgerond, als
psychologisch drama over een verward meisje laat de film te wensen over.
Onder ons is het eerste deel van een trilogie over de vinexwijk, heeft Marco
van Geffen laten weten. Hopelijk blijven de thrillerelementen in de volgende
delen beperkt, die zijn helemaal niet nodig. De verbeelding van het dagelijks
leven in de vinexwijk is op zichzelf al beklemmend genoeg.
‘Ze praat niet tegen me!’ schreeuwt de hoogzwangere Ilse gefrustreerd. ‘Zeg iets, dit is toch niet normaal!’ De kijker kan zich haar wanhoop intussen aardig voorstellen: behalve een amper waarneembaar ‘yes’ of ‘no’ of schaapachtig schouderophalen, geeft de Poolse au pair Ewa geen enkele blijk van contact.