Of hij wel goed te verstaan is. Documentairemaker Erik Gandini (1967) zit op zijn kantoor in Stockholm als wij hem begin juni bellen. Voor zijn raam is net een vrachtauto op een personenauto ingereden. Dat roept herinneringen op aan de terroristische aanslag van 7 april en daarom nemen de autoriteiten in Stockholm geen enkel risico. Sirenes loeien en helikopters vliegen over.
Het is daar vast een enorme herrie, maar door de telefoon hoor ik er niks van. Waarop Gandini, die allang gezien heeft dat het ‘maar een auto-ongeluk’ is, aangeeft dat het gesprek wat hem betreft kan beginnen.
Een gesprek dat niet zal gaan over terrorisme, maar over eenzaamheid. Eenzaamheid die min of meer veroorzaakt is door de staat. Dat is tenminste de suggestie in Gandini’s documentaire The Swedish Theory of Love.
De bedoelingen van de staat waren goed. In de jaren zeventig besluit premier Olaf Palme, vader van de Zweedse welvaartsstaat, dat echte liefde alleen kan bestaan tussen twee partijen die onafhankelijk zijn van elkaar. Kinderen van hun ouders, ouderen van hun kinderen, vrouwen van hun mannen. Om die onafhankelijkheid te garanderen besluit Palme de Zweden van de wieg tot het graf te verzorgen. Kinderen kunnen vanaf hun achttiende op eigen benen staan, ouderen hoeven niet meer in huis gehaald te worden door hun kinderen, en vrouwen zijn financieel onafhankelijk.