Begin maart is de 47-jarige Thornton, zelf Aboriginal, even in Nederland, om te vertellen over de film, racisme en de geschiedenis van zijn land. Thornton: ‘Wit Australië zegt altijd dat we onze rijkdom te danken hebben aan de schapen en hun wol. “Riding on the back of sheep,” heet het dan. Onzin. Australië reed niet op de rug van schapen, het reed op de rug van de zwarte bevolking. Die heeft 180 jaar voor niks moeten werken op land dat eerst van ze was afgepakt. Maar daar wordt in Australië niet over gesproken. Het wordt niet eens onderwezen op scholen.’
Nog steeds niet?
‘Nee. Je hoort het hooguit op de universiteit. Als je een cursus oorspronkelijke culturen volgt.’
U wilde dat met deze film rechtzetten?
‘Weet je, mijn films mogen geen essay of test worden. Dit is een western, maar ondertussen leer je misschien ook nog iets.’
Hoopt u op het Black Panther-effect?
‘Nee, want wat is het Black Panther-effect nou eigenlijk...’
Dat de zwarte bevolking helden ziet met dezelfde huidskleur. Dat het verhaal zich afspeelt in Afrika.
‘Natuurlijk is het goed voor Aboriginals om zichzelf terug te zien in films, maar Sweet Country vertelt ze niets wat ze niet al wisten. Wij hebben geen fictief land nodig in een heel andere dimensie om ons sterker te voelen. De ironie van Black Panther is dat straks een zwarte jongeman na de film blij naar buiten stapt en nog steeds doodgeschoten kan worden door een racistische politieman. Snap je? Er is niets veranderd. Sweet Country zal mijn eigen volk niets nieuws vertellen, maar wellicht steekt de rest van Australië er iets van op.’
Zal Sweet Country ook weerstand oproepen? Uw held heet niet voor niets Sam Kelly…
‘Vanwege Ned Kelly? De Australische volksheld die eigenlijk een boef en een moordenaar was? Toch verwacht ik niet veel weerstand, want wit Australië weet wel dat ze niet met ons moeten sollen. Dat ze niet kunnen zeggen dat we het niet langer over het verleden moeten hebben. Want dan zeggen wij dat zij het niet langer over ANZAC moeten hebben en over al die witte mannen die zijn gevallen in de oorlogen. Mensen die voor hen de basis van de samenleving zijn. Dan zijn ze wel stil. Ik hoop wel dat de film bij individuele mensen iets los maakt. Voor velen is het namelijk nieuw. Ze hebben dit nooit gehoord op school. Dus eigenlijk valt ze weinig kwalijk te nemen.’
Dat is heel genereus.
‘Dat moet je ook zijn. Je moet mensen niet van je vervreemden. Daarom zie je ook alleen maar grijstinten in mijn film. Als Aboriginal zou ik het liefst een priester als slechterik opvoeren, omdat het christendom een van de ergste dingen is die oorspronkelijke volkeren is overkomen. Er zijn zoveel prachtige talen en culturen vernietigd. Maar de ironie is dat christenen ook goede dingen hebben gedaan. Dus is in mijn film de gelovige Fred een goed mens. Maar hij is ook volslagen zinloos. Want gebed houdt geen kogels tegen.’