Gendergelijkheid in de film is geen rijkeluishobby voor samenlevingen waarin verder niks meer te bevechten valt. Volgens Anna Serner, sinds 2011 directeur van het Zweedse filmfonds, speelt film een cruciale rol bij het versterken van de democratische waarden in de samenleving. ‘If you can see it, you can be it,’ zegt ze aan de telefoon vanuit een taxi, op weg van een vliegveld naar de zoveelste tv-studio om haar boodschap te verkondigen. ‘Een stoere vrouwelijke advocaat of een vrouwelijke president, rolmodellen zijn belangrijk. Het is cruciaal dat vrouwen even vaak als mannen de topposities van regisseur, scenarist en producent vervullen, en vooral de belangrijkste creatieve rollen: regisseur en scenarist. Maar ze worden eerder producer of regelaar op de set, lager in rang, zoals bijvoorbeeld script supervisor. Dat komt door het heersende idee dat vrouwen goed zijn in organiseren en de moederrol, maar niet als creatief genie.'
Toen Serner aantrad in 2011 kregen vrouwelijke regisseurs in Zweden maar een kwart van alle filmsubsidies. Al na drie jaar was dat gestegen tot vijftig procent. De kwaliteit ging er niet door achteruit. Integendeel: vrouwelijke regisseurs winnen nu zestig procent van de Zweedse filmprijzen. Dus ja, het is mogelijk om the celluloid ceiling te doorbreken. Met die boodschap vliegt Serner de wereld over; als een superwoman van de filmindustrie adviseert ze organisaties zoals het British Film Institute, Eurimages en Screen Australia.
U hanteert geen quota voor het aantal vrouwen in filmproducties. Waarom eigenlijk niet?
Serner: ‘Het is beter om geen speciale programma's voor vrouwen te hebben. Dan worden het "de vrouwenprogramma’s" en worden ze niet voor vol aangezien. Ik dreig er wel mee, als ik merk dat filmbonzen me niet serieus nemen. Onze aanpak bestaat vooral uit commitment aan de ideeën en de carrières van vrouwen.
'Je hoort altijd dezelfde argumenten, zoals dat er maar weinig competente vrouwen zijn in de filmwereld. Ons antwoord daarop is de website Nordic Women in Film, met alle vrouwelijke regisseurs, scriptschrijvers en producenten vanaf het begin van de filmgeschiedenis. Dat hebben veel andere landen overgenomen.
Ander veelgehoord argument: vrouwelijke filmmakers hebben niet genoeg ervaring. Daarvoor is Moviement, een netwerkcursus waar vrouwelijke filmmakers kennis en ervaring delen en uitwisselen.
En tot slot hoor ik vaak dat er "gewoon niet zo veel vrouwen zijn die regisseur willen worden". Wij onderzochten op scholen wat er nodig was om de dromen van meisjes even serieus te nemen als die van jongens. Het resultaat zijn de ontwikkelingsfondsen voor jong vrouwelijk filmtalent, die in alle Zweedse regio's zijn ingevoerd. Niet dat Zweedse vrouwen geen scenario's kunnen schrijven, het gaat erom dat ze de juiste kansen krijgen op het gebied van scriptontwikkeling. Scriptschrijvers zijn overal en altijd slachtoffer van budgetbeslissingen. Ze hebben de ruimte nodig om het goed te doen. Daarnaast moeten we bij de top van de filmindustrie het besef creëren van de noodzaak tot verandering.’